Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een man is naar aanleiding van het zogenoemde project Bank zonder Naam geïdentificeerd als rekeninghouder van Van Lanschot Bankiers Luxembourg SA.
De inspecteur heeft de man gevraagd gegevens en inlichtingen te verstrekken omtrent in het buitenland aangehouden bankrekeningen.
De man en zijn echtgenote hebben dit geweigerd.
De inspecteur heeft vervolgens navorderingsaanslagen IB/PVV 1995 en vermogensbelasting 1996 met verhogingen opgelegd, waarbij hij is uitgegaan van geschatte bedragen.
Na een vonnis in kort geding heeft de man alsnog toegegeven dat hij aldaar een bankrekening heeft en heeft hij gegevens verstrekt over de bankrekening.
In deze cassatieprocedure is allereerst in geschil of artikel 6, lid 1 EVRM (het verbod op zelfincriminatie) is geschonden omdat van de man informatie is afgedwongen zonder dat voorafgaand aan hem de garantie is gegeven dat de verstrekte informatie niet zal worden gebruikt voor bestraffingsdoeleinden.
Volgens A-G Niessen is dat het geval.
De A-G adviseert de Hoge Raad om de zaak te verwijzen naar een ander gerechtshof, dat de oplegging van de verhogingen opnieuw moet beoordelen zonder gebruikmaking van al het door de man onder dwangsom verstrekte materiaal, waaronder dus mede begrepen verklaringen hierover.
Verder is nog in geschil of Hof Den Bosch terecht heeft geoordeeld dat de navorderingsaanslagen met voldoende voortvarendheid zijn opgelegd, of het Hof de man in de gelegenheid had moeten stellen getuigen te (laten) horen alvorens (doorslaggevende) betekenis toe te kennen aan partijverklaringen van de zijde van de inspecteur en of het Hof terecht heeft geoordeeld dat de inspecteur is geslaagd in het bewijs dat de navorderingsaanslagen tijdig ter post zijn bezorgd.
Op deze punten is het cassatieberoep volgens de A-G ongegrond.

Metadata

Belastingtijdvak
1995, 1996
Instantie
A-G
Datum instantie
18 december 2014
Rolnummer
14/00584
ECLI
ECLI:NL:PHR:2014:2728

Naar de bovenkant van de pagina