Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) was in 2010 de moeder van een fiscale eenheid. De operationele activiteiten van X bestaan uit de verwerking van zinkconcentraat en daarmee verband houdende grondstoffen. X maakt al jaren deel uit van een multinationale groep van ondernemingen, sinds 2007 bekend als de A-groep.

Op 24 februari 2010 heeft de A-groep besloten om het hoofdkantoor van het concern, dat deels was gevestigd in Londen en deels in Brussel, met ingang van 1 juli 2010 naar Zwitserland te verplaatsen. In de nieuwe structuur is het beheer van de productieplanning, inkoop, logistiek en verkoop gecentraliseerd te Zürich. X heeft in verband hiermee een bedrag van € 28.351.364 ontvangen als schadeloosstelling (hierna: de conversievergoeding).

In geschil is of de conversievergoeding at arm’s length is berekend en of de na 1 juli 2010 gehanteerde cost-plusvergoeding een at arm’s length-beloning voor X vormt. Voorts is in geschil of het Verdrag Nederland-Zwitserland de Inspecteur de mogelijkheid biedt om correcties aan te brengen op de cost-plusvergoeding en de conversievergoeding.

X en de Inspecteur hebben na de zitting van Hof Den Bosch een compromis gesloten dat op verzoek van partijen in de onderhavige uitspraak is vastgelegd.

De uitgangspunten zijn daarbij dat de bij X na de overdracht achtergebleven functies meer omvatten dan die van een zuivere loonproducent en dat de profitsplitbeloning de juiste at arm’s length-methode is voor de bepaling van de functies en activiteiten van X na de gedeeltelijke overdracht van haar onderneming.

De in 2010 in aanmerking te nemen overdrachtswaarde voor het door X overgedragen deel van haar onderneming en de profitsplitbeloning van in casu 72% vanaf 1 juli 2010 tot ultimo 2010 resulteren in een belastbaar bedrag over het belastingjaar 2010 van € 121.973.435.

In deze zaak gaat het over de verrekenprijsaspecten van een conversie van een Nederlandse zinksmelterij van entrepreneur naar een loonkostenproducent (‘toll manufacturer’). Het anonimiseren ten spijt, is het geen kunst te achterhalen dat het hier over Nyrstar Budel gaat, ’s lands enige zinksmelterij. Zink is een scheikundig element met symbool Zn en atoomnummer 30. Een belangrijke toepassing van zink is het verzinken: het aanbrengen van een laagje zink op een metaal om corrosie tegen te gaan. De zinksmelterij te Budel onderging het omgekeerde: het bedrijf werd gecorrodeerd door een laagje te verplaatsen naar het buitenland.

De verplaatsing van functies verliep geleidelijk over een tijdspanne van een aantal jaren. Vanaf 2003 zijn hoofdkantoorfuncties, planning, inkoop, verkoop en marketingactiviteiten overgebracht en werd het werkkapitaal bestaande uit voorraden, handelsvorderingen enz. overgedragen. De functies werden (uiteindelijk) uitgeoefend door het Zwitserse hoofdkantoor met honderd werknemers, alsmede door een internationale pool van werknemers. Belanghebbende en de Inspecteur hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten, inhoudende dat de wijzigingen vóór 2010 niet tot afrekening leiden. Tot 2010 genoot belanghebbende ook de overwinst. De conversie van belanghebbende van ‘entrepreneur’ naar ‘toll manufacturer’ geschiedde in 2010. Voor deze wijziging ontving belanghebbende een beperkte conversievergoeding. Voortaan rapporteerde belanghebbende een cost-plusbeloning voor haar zinksmeltactiviteiten. Om fiscale corrosie te voorkomen, dekte belanghebbende de conversie af met een laag verrekenprijsdocumentatie (artikel 8b, lid 3, Wet VpB 1969).

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2010
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
12 maart 2020
Rolnummer
17/00714
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:968
Auteur(s)
Marie Oudemans
vanOlde
NLF-nummer
NLF 2020/1121
Aflevering
14 mei 2020
Judoreg
NFB3255
bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0002672&artikel=8b

Naar de bovenkant van de pagina