Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het box 3-vermogen van X (belanghebbende) en Y bestond in 2020 uit bank- en spaartegoeden, onroerende zaken, geldvorderingen en aandelen en obligaties. X en Y hadden gedurende het jaar 2020 geen box 3-schulden.

Het aandeel van X in de grondslag sparen en beleggen is volgens zijn aangifte € 3.335.485. Het hierover berekende forfaitair rendement bedraagt € 163.365.

Bij verminderingsbeschikking IB/PVV 2020 op basis van het Besluit rechtsherstel box 3 is het forfaitair rendement van X nader vastgesteld op € 138.422.

Op basis van in deze beroepsprocedure ingebrachte stukken kan volgens de Inspecteur worden aangenomen dat X in het jaar 2020 een werkelijk rendement heeft gerealiseerd van -/- € 235.009 en dat zijn onroerende zaken € 59.000 in waarde zijn gestegen. De Inspecteur concludeert dat het rendement in het jaar 2020 nihil is.

Rechtbank Noord-Holland biedt dienovereenkomstig rechtsherstel op basis van het werkelijk rendement. De aanslag wordt verminderd met inachtneming van een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
27 juni 2024
Rolnummer
22/1127
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:7002
NLF-nummer
NLF 2024/2801
Aflevering
17 december 2024
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina