Standpunt over terugkomen op geclaimde startersvrijstelling overdrachtsbelasting
undefined, 1 juni 2023
Samenvatting
Natuurlijk persoon A heeft in 2022 een woning verkregen en daarbij de startersvrijstelling geclaimd. Bij de toepassing van de vrijstelling is aan alle vier de cumulatieve voorwaarden van artikel 15, lid 1, onderdeel p, Wet BRV voldaan, hetgeen A door het ondertekenen van de akte van levering ook als zodanig heeft verklaard. In de aangifte is een beroep op de startersvrijstelling gedaan. A wil nu een grotere woning kopen. A wil de in 2022 geclaimde startersvrijstelling herroepen en de vrijstelling op de verkrijging van de nieuwe grotere woning toepassen waardoor hij gebruik kan maken van een in absolute zin hogere vrijstelling.
Vraag
Is het mogelijk om de toegepaste startersvrijstelling bij de verkrijging van de woning te herroepen, zodat de vrijstelling op een later moment alsnog kan worden gebruikt?
Antwoord
Nee. Een eenmaal gemaakte keuze voor toepassing van de startersvrijstelling op het moment van verkrijging van een woning kan niet worden herroepen.
BRON
KG:052:2023:5 Terugkomen op geclaimde startersvrijstelling
Publicatiedatum 01-06-2023, 13:17 | Laatste update 01-06-2023, 13:17 | Standpunt
Aanleiding
Natuurlijk persoon A heeft in 2022 een woning verkregen en daarbij de startersvrijstelling geclaimd. Bij de toepassing van de vrijstelling is aan alle vier de cumulatieve voorwaarden van artikel 15, eerste lid, onderdeel p, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: WBR) voldaan, hetgeen A door het ondertekenen van de akte van levering ook als zodanig heeft verklaard. In de aangifte is een beroep op de startersvrijstelling gedaan. A wil nu een grotere woning kopen. A wil de in 2022 geclaimde startersvrijstelling herroepen en de vrijstelling op de verkrijging van de nieuwe grotere woning toepassen waardoor hij gebruik kan maken van een in absolute zin hogere vrijstelling.
Vraag
Is het mogelijk om de toegepaste startersvrijstelling bij de verkrijging van de woning te herroepen, zodat de vrijstelling op een later moment alsnog kan worden gebruikt?
Antwoord
Nee. Een eenmaal gemaakte keuze voor toepassing van de startersvrijstelling op het moment van verkrijging van een woning kan niet worden herroepen.
Beschouwing
Wet- en regelgeving
De startersvrijstelling is geregeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel p, WBR. In deze bepaling zijn de volgende vier cumulatieve voorwaarden opgenomen (tekst 2023):
In artikel 15a, eerste lid, WBR is bepaald waar een schriftelijke verklaring aan moet voldoen (tekst 2023):
In artikel 15a, tweede lid, WBR is bepaald dat de verklaring onderdeel is van de aangifte (tekst 2023).
In artikel 15a, derde lid, WBR is vervolgens geregeld op welke wijze aangifte van overdrachtsbelasting moet worden voldaan (tekst 2023):
Parlementaire geschiedenis
In de parlementaire behandeling van de Wet differentiatie overdrachtsbelasting zijn de volgende passages in dit kader van belang (zie: Mvt, Kamerstukken II 2020/21, 35 576, nr. 3):
En voorts op grond van Memorie van Antwoord, Kamerstukken I 2020/21, 35 576, nr. C:
Uit bovenstaande passages uit de parlementaire geschiedenis kan worden opgemaakt dat het kabinet met de startersvrijstelling de positie van koopstarters op de woningmarkt beoogt te verbeteren.
Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de gedachte dat de startersvrijstelling bedoeld is voor de verkrijging van de eerste woning en om uitvoeringstechnische redenen, is in de wet de voorwaarde opgenomen dat de startersvrijstelling niet eerder is toegepast. Een mogelijkheid tot herroeping van een beroep op de startersvrijstelling zou dit uitgangspunt doorkruisen.
De overdrachtsbelasting is een tijdstipbelasting en op het moment van verkrijging dient aan de voorwaarden te zijn voldaan. Wanneer op het moment van verkrijging van de eerste woning aan de overige voorwaarden van de startersvrijstelling is voldaan en de keuze wordt gemaakt om de startersvrijstelling toe te passen, dan is de vrijstelling onherroepelijk van toepassing en is materieel geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Het willen terugkomen van de gemaakte keuze om de vrijstelling toe te passen ligt na het verkrijgingsmoment en kan vanwege het tijdstipelement derhalve geen invloed meer hebben op het al dan niet van toepassing zijn van de vrijstelling.
Overigens ontbreekt een wettelijke grondslag om een naheffingsaanslag op te leggen indien de verkrijger zijn eerdere keuze om de startersvrijstelling toe te passen zou willen herzien. De wettelijke voorwaarden voor de startersvrijstelling, waaronder de expliciete keuze daarvoor, bij de eerste verkrijging zijn (nog immer) vervuld, zodat op basis van de geldende wet- en regelgeving materieel geen overdrachtsbelasting verschuldigd is. Het herzien van de keuze leidt niet tot een materiële overdrachtsbelastingschuld.