Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) bezit (indirect) 50% van de aandelen in een Belgische besloten vennootschap (hierna: het bedrijf). De overige aandelen zijn (indirect) in handen van Y. X en Y zijn beiden medezaakvoerder van het bedrijf.

Het bedrijf heeft aan X een in België geregistreerde auto ter beschikking gesteld. De auto wordt door X hoofdzakelijk voor zakelijke doeleinden buiten Nederland gebruikt.

Tussen partijen is in geschil of de Inspecteur terecht het verzoek van X om toekenning van een ‘vergunning vrijstelling BPM werknemer’ heeft afgewezen.

Partijen zijn het erover eens dat X voldoet aan de voorwaarden onder onderdeel a en b van artikel 2, lid 1, Uitv.besl. BPM. Het geschil spitst zich toe op de vraag of X tevens voldoet aan onderdeel c van dat artikel. Partijen houdt daarbij verdeeld of X al dan niet invloed kan uitoefenen op de beslissing in welk land de auto wordt geregistreerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat X en Y slechts gezamenlijk bevoegd zijn tot het nemen van de beslissing namens het bedrijf. Gelet hierop kan hij slechts hem onwelgevallige beslissingen tegenhouden, maar geen beslissende invloed uitoefenen in welk land de auto wordt geregistreerd. Dat bepaalt het bedrijf als werkgever en niet X als werknemer.

Volgens de Rechtbank voldoet X ook aan voorwaarde c. Hieraan doet dus niet af dat X medezaakvoerder is. Aan X wordt met ingang van 15 oktober 2020 een ‘vergunning vrijstelling BPM werknemer’ verleend.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
15 oktober 2020 e.v.
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
21 april 2022
Rolnummer
21/1570
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:2175
NLF-nummer
NLF 2022/0937
Aflevering
12 mei 2022
bwbr0005806&artikel=14,bwbr0005806&artikel=14,bwbr0005807&artikel=2&lid=1,bwbr0005807&artikel=2&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina