Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Deze zaak gaat over de herbeoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Dienst Toeslagen niet de in een eerdere tussenuitspraak geconstateerde gebreken heeft hersteld, doordat de dienst X (belanghebbende) niet heeft gehoord, niet daaraan voorafgaand de zaakstukken ter inzage heeft gelegd en niet per herstelmaatregel als genoemd in artikel 2.7, lid 4, Wht aan de hand van de bezwaren heeft gemotiveerd of X daarvoor in aanmerking komt.

Het beroep is gegrond. De Rechtbank ziet geen aanleiding om (opnieuw) binnen het kader van deze beroepsprocedure de mogelijkheid tot herstel te bieden. Dienst Toeslagen wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van X.

De Rechtbank merkt ten overvloede op dat zij het onbegrijpelijk acht dat Dienst Toeslagen geen gehoor heeft gegeven aan de tussenuitspraak door X niet alsnog te horen.

Daarnaast geldt het volgende. Dienst Toeslagen geeft tijdens zittingen regelmatig aan niet in hoger beroep te zullen gaan tegen uitspraken van de rechtbanken. De Rechtbank begrijpt dat dit gedaan wordt vanuit de gedachte om ouders niet te belasten met (nog) een procedure. De Rechtbank merkt echter ook op dat het efficiënter is als Dienst Toeslagen van een uitspraak, waarmee zij het niet eens is, in hoger beroep gaat, zodat door de hoogste instantie de feiten kunnen worden besproken en de rechtsvragen kunnen worden beantwoord. Dit komt ten goede aan de rechtsontwikkeling.

Metadata

Rubriek(en)
Toeslagen
Belastingtijdvak
2024
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum instantie
15 november 2024
Rolnummer
23/5468
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2024:11418
NLF-nummer
NLF 2024/2596
Aflevering
19 november 2024

Naar de bovenkant van de pagina