Direct naar content gaan

Samenvatting

X (verdachte) is met betrekking tot een op een Zwitserse bankrekening staand geldbedrag van € 472.394,56 tijdig overgegaan tot inkeer. Deze inkeer is erkend en ingewilligd door de Belastingdienst. Aan X zijn diverse navorderingsaanslagen opgelegd, zonder oplegging van boetes, een en ander conform het inkeerbeleid.

X is strafrechtelijk vervolgd voor kort gezegd ‘witwassen’ van (een deel van) voornoemd bedrag en hiervoor door Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis. Voorts heeft de Rechtbank een geldbedrag van € 393.916,56 verbeurd verklaard.

Tegen dit vonnis is namens X hoger beroep ingesteld.

Volgens Hof Den Bosch heeft X geloofwaardig verklaard dat hij in de jaren negentig van de vorige eeuw heeft gehandeld in gebruikte en incourante goederen in Roemenië en dat hij daarmee veel geld heeft verdiend. Het is volgens het Hof niet onwaarschijnlijk dat de gestorte zwarte inkomsten uiteindelijk per 1 juli 2013 een bedrag van € 472.394,56 beliepen.

Het Hof komt tot het oordeel dat sprake is van een fiscaal gronddelict voor het witwassen van het ten laste gelegde geldbedrag van € 472.394,56, althans in ieder geval een deel daarvan. Het Hof is niettemin van oordeel dat X een geslaagd beroep toekomt op analoge toepassing van de vervolgingsuitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 69, lid 3, AWR. Nadat X op rechtsgeldige wijze was ingekeerd voor zijn in Zwitserland aangehouden vermogen, heeft de officier van justitie immers een op witwassen toegespitste strafvervolging ingesteld. Gezien het oordeel dat slechts in rechte kan worden vastgesteld dat het niet of onjuist doen van aangiften inkomstenbelasting als gronddelict voor het witwassen kan worden aangemerkt, kan de conclusie volgens het Hof geen andere zijn dan dat X feitelijk ter zake van het desbetreffende feitencomplex is vervolgd, maar dan op de voet van artikel 420bis Sr.

Het Openbaar Ministerie wordt niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1 januari 2013 t/m 23 april 2014
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
15 maart 2021
Rolnummer
20-003739-17
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:744
Auteur(s)
Ludwijn Jaeger
Jaeger Advocaten-belastingkundigen
NLF-nummer
NLF 2021/0745
Aflevering
8 april 2021
Judoreg
NFB4254
bwbr0002320&artikel=68&lid=3,bwbr0002320&artikel=68&lid=3,bwbr0002320&artikel=69&lid=3,bwbr0002320&artikel=69&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina