Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze WOZ-zaak heeft X (belanghebbende) Hof Den Bosch verzocht om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de termijn die als redelijk moet worden beschouwd voor de tot en met het Hof gevoerde procedure.

Ervan uitgaande dat het hoger beroep ongegrond is, heeft het Hof met het oog op het nemen van een beslissing op dit verzoek en de daaraan te verbinden beslissingen over vergoeding van proceskosten en het bij het Hof betaalde griffierecht, de volgende vijf prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voorgelegd:

  1. Staat een beding waarin is overeengekomen dat een door de rechter te bepalen vergoeding voor immateriële schade ten goede komt aan de rechtsbijstandverlener, in de weg aan het toekennen van een dergelijke vergoeding aan de belanghebbende?
  2. Dient de zogenoemde ‘bagatel-grens’ van € 15, waarbij kan worden volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden zonder dat een vergoeding voor immateriële schade wordt toegekend, te worden verhoogd en, zo ja, tot welk bedrag?
  3. Dient de vergoeding voor immateriële schade te worden gemaximeerd op het pleitbare financiële belang bij de procedure?
  4. Dient de vergoeding voor immateriële schade in procedures over de WOZ (en eventueel andere heffingen) te worden gemaximeerd op € 50 per zes maanden overschrijding?
  5. Dient griffierecht te worden vergoed in zaken waarin titel 8:4 Awb van toepassing is en het (hoger) beroep in de hoofdzaak ongegrond is, maar een vergoeding voor immateriële schade wordt toegekend?

De Hoge Raad ziet af van de beantwoording van de prejudiciële vragen 1, 2 en 5, en beantwoordt de prejudiciële vragen 3 en 4 als volgt:

De vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn is niet gemaximeerd op het pleitbare financiële belang bij de procedure, en is in zaken die een bepaalde belasting, heffing of beschikking betreffen, niet beperkt tot € 50 per half jaar waarmee de termijn is overschreden, voor zover de wet niet anders bepaalt.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HR
Datum instantie
27 september 2024
Rolnummer
24/00806
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1299
NLF-nummer
NLF 2024/2229
Aflevering
8 oktober 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6598
bwbr0002320&artikel=27ga,bwbr0002320&artikel=27ga,bwbr0005537&artikel=8:4,bwbr0005537&artikel=8:4,bwbr0005537&artikel=8:73,bwbr0005537&artikel=8:73

Naar de bovenkant van de pagina