Direct naar content gaan

Samenvatting

De heer Y heeft in 1978 een verzekeringsconcern opgericht. Holding fungeerde als holdingvennootschap. Aanvankelijk hield Y de A- en B-aandelen in Holding (samen een belang van 51%). In december 1985 is X (bv; belanghebbende) door Y opgericht. X heeft de B-aandelen in Holding van Y overgenomen. Y hield – middellijk – een 100%-belang in X en was tevens commissaris van X. In 1989 is Y verhuisd naar het Verenigd Koninkrijk en in 2009 naar Zwitserland. In 2010 heeft X de A-aandelen in Holding overgenomen van Y. Eveneens in 2010 is de feitelijke leiding van X verplaatst naar Luxemburg.

In juni 2012 heeft Holding aan X een dividend op de B-aandelen uitgekeerd van € 24.202.328. In geschil is de belastbaarheid daarvan ex artikel 17, lid 3, onderdeel b, Wet VpB 1969 (technisch aanmerkelijk belang). Indien wordt voldaan aan de in deze bepaling neergelegde voorwaarden, is voorts in geschil of heffing over het dividend (i) wordt verhinderd door de werking van de Moeder-dochterrichtlijn, dan wel (ii) in strijd is met de vrijheid van vestiging als bedoeld in artikel 49 VWEU.

Hof Den Haag heeft geoordeeld dat sprake is van een ontgaansmotief. Een rechtstreeks dividend aan Y zou leiden tot een hogere Nederlandse belastingclaim. Het Hof acht voorts aannemelijk dat sprake is van een ‘volstrekt kunstmatige constructie’ als bedoeld in jurisprudentie van het HvJ.

Het bepaalde in artikel 17, lid 3, onderdeel b, Wet VpB 1969 mist toepassing indien komt vast te staan dat het aanmerkelijk belang in de Holding tot het ondernemingsvermogen van X behoort (ondernemingstoets). Volgens het Hof maakt de Inspecteur aannemelijk dat het aanmerkelijk belang in Holding niet tot het ondernemingsvermogen van X behoort.

Het Hof is met de Inspecteur van oordeel dat wegens het gebrek aan economische activiteiten op het niveau van X, de houdsterstructuur wat betreft het houden door X van de aandelen in Holding als een volstrekt kunstmatige constructie kwalificeert. Hieraan doet niet af dat de structuur reeds lange tijd bestond. Gelet hierop vormt de Moeder-dochterrichtlijn geen belemmering voor de toepassing van artikel 17, lid 3, onderdeel b, Wet VpB 1969 en is er ook geen sprake van strijd met de vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU). De omstandigheid dat de kunstmatigheid van de constructie pas voor de Nederlandse belastingheffing relevante gevolgen heeft gekregen door de verplaatsing van de feitelijke leiding naar Luxemburg, die klaarblijkelijk geen reële betekenis had, leidt niet tot een andere conclusie, aldus het Hof.

X heeft cassatieberoep ingesteld maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond.

De oordelen van het Hof geven niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kunnen, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, voor het overige door de Hoge Raad in de cassatieprocedure niet op juistheid worden onderzocht. Die oordelen zijn ook niet onbegrijpelijk.

Conform Conclusie A-G Wattel (NLF 2018/1847, met noot van Van Lindonk).

Met een verwijzing naar mijn noten bij de voorafgaande Hofuitspraak en de conclusie van A-G Wattel zal het niet verbazen dat ik me in deze uitspraak van de Hoge Raad kan vinden.
De onderhavige procedure ziet op de vraag of een dividenduitkering in het jaar 2012 als een belaste uitkering uit aanmerkelijk belang kan worden gekwalificeerd. In die periode is in de vennootschapsbelasting sprake van een belast aanmerkelijk belang indien de belastingplichtige het aanmerkelijk belang houdt met als voornaamste doel of één van de voornaamste doelen om de heffing van inkomstenbelasting of dividendbelasting bij een ander te ontgaan (de zogenoemde subjectieve toets) en dit aanmerkelijk belang niet behoort tot het vermogen van een onderneming (objectieve toets).

Objectieve toets

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
HR
Datum instantie
10 januari 2020
Rolnummer
18/00219
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:21
Auteur(s)
dr. C.L. van Lindonk
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2020/0221
Aflevering
23 januari 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3002
bwbr0002515&artikel=4&lid=3,bwbr0002515&artikel=4&lid=3,bwbr0002672&artikel=13&lid=9,bwbr0002672&artikel=17&lid=3,bwbr0002672&artikel=17&lid=3,bwbr0042952&artikel=2.1,bwbv0001506&artikel=49,bwbv0001506&artikel=49,bwbr0042952&artikel=2.1

Naar de bovenkant van de pagina