Direct naar content gaan

Samenvatting

De Heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar van X (belanghebbende) inzake een naheffingsaanslag parkeerbelasting niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. X is niet gehoord.

Voor Hof Amsterdam was in geschil of de Heffingsambtenaar X had moeten horen voordat op het bezwaar werd beslist en of de termijnoverschrijding bij het instellen van bezwaar verschoonbaar is. Het Hof heeft het hoger beroep ongegrond verklaard.

Op het door X ingestelde cassatieberoep oordeelt de Hoge Raad als volgt:

Het Hof heeft ten onrechte een onderzoek ter zitting achterwege gelaten omdat X niet in de gelegenheid is gesteld te verklaren of hij op een zitting wilde worden gehoord. De Heffingsambtenaar had voorts moeten onderzoeken of de termijnoverschrijding verschoonbaar was en had X in dat kader moeten horen.

Het Hof heeft gelet op het procesverloop en de gedingstukken, terecht geen geloof gehecht aan de verklaring van X dat op het door hem ontvangen aanslagbiljet een rechtsmiddelverwijzing ontbrak. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk.

De Heffingsambtenaar heeft het bezwaar volgens de Hoge Raad terecht niet-ontvankelijk verklaard en het hoger beroep is terecht ongegrond verklaard. De terecht voorgestelde klachten kunnen daarom niet tot cassatie leiden.

De behandeling van deze zaak door het Hof is geen schoolvoorbeeld van zorgvuldige rechtspleging. De eerste twee klachten van de belanghebbende oordeelt de Hoge Raad gegrond. Daarbij speelt het volgende.

Geen zitting

Het Hof heeft uitspraak gedaan zonder onderzoek ter zitting. Dat is mogelijk volgens artikel 8:57 Awb indien partijen niet binnen een bepaalde termijn laten weten dat zij ter zitting gehoord willen worden. In casu heeft het Hof dat blijkens r.o. 1.4 gedaan bij brief van 10 oktober 2018. Die brief bevat echter een Track&Trace-code (vanwege de verzending per aangetekende post) die betrekking heeft op een brief uit januari 2019. Hoe dat mogelijk is, is mij niet duidelijk. Maar het betekent wel dat niet kan worden vastgesteld of de belanghebbende tijdig is gewezen op zijn recht ter zitting te worden gehoord, zodat de klacht gegrond is.

Niet-ontvankelijk bezwaarschrift

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
HR
Datum instantie
18 oktober 2019
Rolnummer
19/00551
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1595
Auteur(s)
mr. D.G. Barmentlo
FT-advocaten
NLF-nummer
NLF 2019/2407
Aflevering
7 november 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2832
bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:7,bwbr0005537&artikel=6:7

Naar de bovenkant van de pagina