Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in de jaren 2018 en 2019 bij de provincie Overijssel in totaal 32 aanvragen ingediend voor ontheffing van de herplantplicht houtopstanden in het kader van de Wet natuurbescherming. De beslistermijn is opgeschort in verband met twee bij de Raad van State (hierna: de Afdeling) aanhangige vergelijkbare zaken van X. Naar aanleiding van de uitspraak van 5 februari 2020 van de Afdeling zijn namens X alle lopende aanvragen voor een ontheffing van de herplantplicht ingetrokken.

De Heffingsambtenaar van de provincie heeft in verband met de aanvragen € 12.302 leges in rekening gebracht. X meent dat het belastbare feit zich niet heeft voorgedaan. In dat kader is in geschil of sprake is geweest van het ‘afhandelen en besluitvorming’ in de zin van de Belastingverordening Overijssel.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat moet worden uitgegaan van de letterlijke betekenis van deze woorden en oordeelt dat in de onderhavige zaak geen sprake is van ‘afhandelen en besluitvorming’. Niet is gebleken dat de Heffingsambtenaar ten aanzien van de 32 hier aan de orde zijnde aanvragen een begin heeft gemaakt met het inhoudelijk beoordelen ervan en daarmee in een besluitvormingstraject is aanbeland. De legesaanslag is ten onrechte opgelegd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum instantie
7 december 2021
Rolnummer
20/1598
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2021:4591
NLF-nummer
NLF 2022/0078
Aflevering
6 januari 2022
bwbr0005645&artikel=223,bwbr0005645&artikel=223

Naar de bovenkant van de pagina