Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De minister heeft de aan X (bv; belanghebbende) toegekende subsidie voor Q1 2022 op grond van de TVL-regeling vastgesteld op € 0 en het betaalde voorschot van € 84.679,06 teruggevorderd. X betwist dit besluit en stelt dat de minister had moeten uitgaan van de eigen administratie van X in plaats van de gegevens van de Belastingdienst. Daarnaast voert zij aan dat zij onevenredig hard wordt getroffen.

Het CBb beoordeelt de zaak zonder zitting, omdat voldoende informatie aanwezig is. Het CBb oordeelt dat de minister terecht is uitgegaan van de omzetgegevens van de Belastingdienst en stelt vast dat de onderneming niet aan het vereiste van 30% omzetverlies voldoet.

In eerdere zaken over Q3 en Q4 2021, waarin dezelfde argumenten werden aangevoerd, heeft het CBb al geoordeeld dat de minister correct heeft gehandeld en geen strijd met het evenredigheidsbeginsel aanwezig is. De huidige zaak leidt niet tot een andere conclusie.

Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. De vaststelling van de TVL op € 0 voor Q1 2022 blijft gehandhaafd.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2022
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum instantie
26 november 2024
Rolnummer
23/1442
ECLI
ECLI:NL:CBB:2024:849
NLF-nummer
NLF 2024/2727
Aflevering
3 december 2024

Naar de bovenkant van de pagina