Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Deze zaak gaat over de WOZ-waardering van een voormalig kantoorpand dat X (belanghebbende) heeft getransformeerd tot een appartementencomplex met 77 appartementen. De WOZ-waarde van het object is vastgesteld op € 11.132.000 (voor het jaar 2021 per waardepeildatum 1 januari 2020).

Niet in geschil is dat de appartementen zelfstandige gedeeltes van een gebouwd eigendom zijn in de zin van artikel 16, onderdeel c, Wet WOZ. Dat betekent dat elk appartement een afzonderlijk WOZ-object is, tenzij sprake is van een samenstel in de zin van artikel 16, onderdeel d, Wet WOZ. De eerste voorwaarde voor een samenstel is dat de eigendommen dezelfde gebruiker hebben. Daaraan was op 1 januari 2021 voldaan (X was de gebruiker). De tweede voorwaarde houdt in dat de eigendommen, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren. Daaraan is volgens Rechtbank Midden-Nederland niet voldaan. Dit betekent dat de objectafbakening onjuist is, in die zin dat de Heffingsambtenaar ten onrechte is uitgegaan van één object.

X heeft de Rechtbank verzocht om zelf tot een bepaling van de waardes van de afzonderlijke appartementen te komen. De Rechtbank ziet daartoe echter geen mogelijkheid. Het is aan de Heffingsambtenaar om voor de correct afgebakende objecten nieuwe WOZ-beschikkingen vast te stellen.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum instantie
21 januari 2025
Rolnummer
22/1265; 22/2795; 22/2796; 22/2797; 22/2798; 22/2799; 22/2800; 22/2801; 22/2802; 22/2803; 22/2804; 22/2805; 22/2806; 22/2807
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2025:291
Auteur(s)
drs. O.M. Menger
Fiscaliade
NLF-nummer
NLF 2025/0598
Aflevering
18 maart 2025
Judoregnummer
JCDI:NFB6852
bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina