Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) fietste gedurende de jaren 2009 tot en met 2015 als professioneel mountainbiker voor het Y-team.

Op 29 november 2012 heeft X een tweetal overeenkomsten gesloten met Y. De eerste overeenkomst heeft betrekking op afspraken rondom de deelname van X aan mountainbikewedstrijden voor het Y-team (hierna: de wielerovereenkomst). De tweede overeenkomst heeft hoofdzakelijk betrekking op de sponsoring van X (hierna: het sponsorcontract).

Tussen partijen is in geschil hoe de inkomsten die X heeft ontvangen in verband met zijn mountainbikeactiviteiten dienen te worden gekwalificeerd (jaar 2015).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant geeft de Inspecteur gelijk dat de inkomsten moeten worden gekwalificeerd als loon uit dienstbetrekking. Gelet op de inhoud van de wielerovereenkomst en het sponsorcontract is sprake van een gezagsverhouding tussen Y en X, aldus de Rechtbank. Niet gesteld of gebleken is dat de afspraken uit de contracten niet zijn uitgevoerd. Voor dat geval is tussen partijen niet in geschil dat de aanslag tot de juiste hoogte is vastgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
20 januari 2022
Rolnummer
19/1947
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:152
Auteur(s)
dr. D. Molenaar
All Arts Belastingadviseurs/Erasmus Universiteit
NLF-nummer
NLF 2022/0467
Aflevering
3 maart 2022
bwbr0002471&artikel=10,bwbr0002471&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina