Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is vennoot van een coffeeshop. Zijn winstaandeel bedraagt 50%. Tijdens de openingstijden van de coffeeshop, zeven dagen per week van 10-22 uur, worden diverse cannabisproducten verkocht.

In geschil zijn een aan X opgelegde navorderingsaanslag IB/PVV 2016 en aanslagen IB/PVV 2017 en 2018. De Inspecteur heeft naar aanleiding van een boekenonderzoek winstcorrecties aangebracht en correcties in box 3.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de administratie zodanige gebreken en tekortkomingen bevat dat deze niet kan dienen als grondslag voor de winstberekening. Dit betekent dat voor de jaren 2016 tot en met 2018 geen sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast. De Inspecteur maakt ook niet aannemelijk dat de door X gehanteerde inkoopprijzen zoals die uit de administratie blijken, te hoog zijn. Hij is niet geslaagd in het bewijs dat voor 2016 tot en met 2018 een te lage winst is aangegeven.

De stelling van de Inspecteur dat sprake is van overtollige liquide middelen die tot het privévermogen van de firmanten moeten worden gerekend, slaagt eveneens niet. Ook de box 3-correcties zijn daarom onterecht. De navorderingsaanslag wordt vernietigd en de aanslagen verminderd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016-2018
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
9 juli 2024
Rolnummer
23/2651; 23/2652; 23/2653
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2024:12675
NLF-nummer
NLF 2024/2084
Aflevering
17 september 2024
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina