Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak hebben partijen ter zitting van Hof Den Haag bij wijze van compromis overeenstemming bereikt over de WOZ-waarde van de woning van X (belanghebbende). Voorts wordt overeenkomstig het compromis aan X een bedrag van € 3.561 aan proceskosten voor alle fasen van het geding en betaalde griffierechten vergoed.

Dan is nog in geschil of een hogere vergoeding van immateriële schade dient te worden toegekend.

Voor de door Rechtbank Rotterdam gekozen variant tot matiging van het tarief van € 500 naar € 50 biedt de huidige jurisprudentie naar het oordeel van het Hof geen ruimte. Omdat de overschrijding van de redelijk termijn afgerond 4,5 jaar bedraagt, heeft X – met inachtneming van het door de Hoge Raad in het arrest van 14 juni 2024 (22/04592, ECLI:NL:HR:2024:853, NLF 2024/1413, met noot van Nent) geformuleerde overgangsrecht – recht op een vergoeding van immateriële schade van (9 × € 500) € 4.500.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
22 oktober 2024
Rolnummer
23/881
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1958
NLF-nummer
NLF 2024/2578
Aflevering
19 november 2024

Naar de bovenkant van de pagina