Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Stichting X (belanghebbende) is huurder en gebruiker van een pand waarin een woonzorgcentrum is gevestigd. Het woonzorgcentrum bestaat uit drie woontorens. De drie woontorens zijn met elkaar verbonden door een hal met aangrenzende centrale ruimtes op de begane grond.

Op de begane grond worden in de centrale ruimtes diverse algemene voorzieningen aangeboden. Ook is op de begane grond een kinderdagverblijf gevestigd.

De Heffingsambtenaar heeft de delen van het woonzorgcentrum onderverdeeld in twee WOZ-objecten. WOZ-object 1 (wonen) bestaat uit de drie woontorens met daarin 89 appartementen. WOZ-object 2 (zorg) bestaat uit de ruimtes in het centrale gedeelte. De WOZ-waarde van dit object is vastgesteld op € 891.000.

In geschil is of aan X voor het object (zorg) terecht een aanslag OZB gebruiker niet-woning is opgelegd. In het bijzonder is in geschil of de Heffingsambtenaar het woonzorgcentrum terecht als twee afzonderlijke WOZ-objecten heeft afgebakend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat niet aan de eis van afsluitbaarheid is voldaan (artikel 16, onderdeel c, Wet WOZ). Het pand moet worden afgebakend als één onroerende zaak.

Voor deze situatie is tussen partijen niet in geschil dat de aanslag OZB gebruiker niet-woning moet worden vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
1 oktober 2024
Rolnummer
23/1482
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:6141
NLF-nummer
NLF 2024/2382
Aflevering
22 oktober 2024
bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina