Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Met dagtekening 7 augustus 2010 is aan X (belanghebbende) voor het boekjaar 2006/2007 een aanslag vpb opgelegd naar een belastbaar bedrag van negatief € 62.692. Gelijktijdig is daarbij bij beschikking het verlies tot hetzelfde bedrag vastgesteld (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking). X heeft tegen de verliesvaststellingsbeschikking rechtsmiddelen aangewend.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een uitspraak van 30 mei 2017 (16/00473, ECLI:NL:GHARL:2017:4581, NLF 2017/1335) de verliesvaststellingsbeschikking vastgesteld op € 1.581.368. Deze uitspraak is onherroepelijk geworden.

De uitspraak van het Hof is administratief verwerkt in een ‘vermindering aanslag’ boekjaar 2006/2007 met dagtekening 9 september 2017 en de verliesverrekeningsbeschikking. In de verliesverrekeningsbeschikking is geen (heffings)rente vergoed. Uitbetaling van het bedrag van € 536.569 vindt plaats op 13 september 2017.

X verzoekt in deze procedure inzake de verliesverrekeningsbeschikking om een vergoeding van de renteschade die zij heeft geleden doordat de Inspecteur de verliesvaststellingsbeschikking onjuist heeft vastgesteld.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden kan het bezwaar van X tegen de verliesverrekeningsbeschikking niet anders worden opgevat dan dat dit mede een verzoek als bedoeld in artikel 8:73 Awb (oud) omvat om de schade te vergoeden die X ondervindt vanwege het feit dat de verliesverrekeningsbeschikking niet gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag op 7 augustus 2010 heeft plaatsgevonden.

Het Hof komt tot het oordeel dat X schade (in de vorm van een rentenadeel) heeft ondervonden als gevolg van een onrechtmatig besluit van 7 augustus 2010 (de verliesvaststellingsbeschikking). X heeft recht op vergoeding van wettelijke rente over de periode van 7 augustus 2010 tot en met 30 mei 2017. Partijen hebben ter zitting ermee ingestemd dat deze wettelijke rente berekend wordt op basis van de samengestelde interest voor consumententransacties en dat deze € 110.726,28 bedraagt.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2006-2007
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
8 maart 2021
Rolnummer
19/00652; 19/00653
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:2185
Auteur(s)
Eddo Hageman
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2021/0639
Aflevering
25 maart 2021

Naar de bovenkant van de pagina