Direct naar content gaan

Samenvatting

Het kabinet is (nog) niet bereid om de maximaal onbelaste reiskostenvergoeding vanwege de enorm gestegen benzineprijzen, te verhogen naar een realistischer bedrag. Dit antwoordt de minister van SZW, mede namens de staatssecretaris, op vragen van de Tweede Kamer.

Vanwege de substantieel gestegen energieprijzen en brandstofprijzen heeft het kabinet verschillende maatregelen aangekondigd in het kader van de koopkracht, zoals de tijdelijke verlaging per 1 april 2022 van de accijns voor benzine en diesel met 21%. Dit betekent dat het accijnstarief van benzine met 17,3 cent per liter daalt en het accijnstarief van diesel met 11,1 cent. De verlaging van de accijnstarieven is tijdelijk en geldt voor negen maanden. Daarnaast is het kabinet voornemens om per 1 juli de btw op energie te verlagen van 21% naar 9%. Deze verlaging geldt voor zes maanden.

Voorts bevat de huidige wet- en regelgeving een gerichte vrijstelling voor reiskostenvergoedingen tot maximaal 19 eurocent per km en de mogelijkheid deze, zonderĀ dat dit leidt tot belastingheffing bij de werknemer, te verhogen middels de werkkostenregeling. In het coalitieakkoord is het voornemen opgenomen om deze vrijstelling vanaf 1 januari 2024 te verhogen. De precieze tariefverhoging wordt nader uitgewerkt.

Daarnaast wordt, naar aanleiding van een door de Kamer aangenomen motie bezien of de gerichte vrijstelling eerder kan worden verhoogd. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het kabinet enkel de gerichte vrijstelling kan verruimen, de afspraken over het gebruik hiervan zijn vervolgens een zaak tussen werkgever en werknemer.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Ministerie van Sociale Zaken
Datum instantie
2 mei 2022
Rolnummer
2022Z04516
NLF-nummer
NLF 2022/0927
Aflevering
12 mei 2022
bwbr0002471&artikel=31a,bwbr0002471&artikel=31a

Naar de bovenkant van de pagina