Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Tijdens de stemmingen over het wetsvoorstel ‘Belastingplan 2025’ heeft de Tweede Kamer de volgende amendementen aangenomen.

  • 36 602, 63: Dit amendement herstelt een technische omissie in de fiscale rekenregels voor het nettopensioen. De pensioensector heeft gevraagd om spoedig herstel, omdat de huidige berekening ertoe leidt dat de nettopensioenpremie slechts gedeeltelijk wordt meegenomen bij de vermindering van de jaarruimte. Het amendement introduceert een aparte factor (letter Z) om de nettopensioenpremie volledig in mindering te brengen, zoals dat ook geldt voor andere pensioenregelingen. Deze wijziging geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2023, en de staatssecretaris wordt gevraagd het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 hierop aan te passen.
  • 36 602, 66: Dit amendement beoogt de LPG-G3-kortingsregeling, die gepland is om per 1 januari 2026 te vervallen, te behouden. Het afschaffen van deze regeling gaat in tegen doelen om auto’s te vergroenen en dreigt milieunormen terug te zetten naar de jaren negentig. Europese landen als Italië en Spanje stimuleren juist het rijden op LPG. De voordelen van behoud van de LPG-G3-kortingsregeling zijn: (i) betaalbare mobiliteit: voor veel Nederlanders blijft mobiliteit betaalbaar; (ii) controle op emissie: voorkomt ongecontroleerde uitstootgroei door een garantie op emissiebeheer; (iii) behoud bedrijfsinvesteringen: Nederlandse bedrijven die in duurzame LPG-technologie hebben geïnvesteerd, kunnen blijven bijdragen aan een schoner wagenpark; (iv) verminderde uitstoot: LPG-rijden vermindert CO2- en fijnstofuitstoot aanzienlijk in vergelijking met benzine.
  • 36 602, 68: Dit amendement verhoogt het budget voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) met € 100 miljoen structureel. De WBSO is essentieel voor innovatie, met name voor kleine en middelgrote bedrijven en start-ups, die bijdragen aan de Nederlandse kenniseconomie. De indieners willen hiermee de stimulering van onderzoeks- en innovatieprojecten versterken, gezien het lage niveau van private R&D-uitgaven in Nederland. De voorgestelde wijzigingen zijn: (i) verhoging van de startersaftrek naar 50% om start-ups extra te ondersteunen bij innovatie; (ii) verhoging van het tarief van de eerste schijf naar 36% om kleine investeringen verder aan te moedigen; (iii) verruiming van de eerste schijf van € 350.000 naar € 380.000, rekening houdend met stijgende investeringskosten. Deze aanpassingen zijn gericht op het stimuleren van productiviteitsgroei en het toekomstig verdienvermogen van Nederland.
  • 36 602, 90: Dit amendement behoudt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor ondernemers, vooral mkb’ers, en verruimt de periodieke giftenaftrek in de inkomstenbelasting van € 250.000 naar € 1,5 miljoen. Het doel is om geefgedrag fiscaal te ondersteunen. Om dit te dekken, wordt een fiscale samenloop van de MIA en Vamil afgeschaft, wat € 10 miljoen oplevert. Daarnaast wordt de indexatie van de jaarruimte en de aftoppingsgrens van pensioengevend loon voor twee jaar gepauzeerd, wat verdere dekking biedt voor de kosten van dit amendement.
  • 36 602, 93: Dit amendement geeft mkb-werkgevers meer fiscale ruimte binnen de Werkkostenregeling (WKR) om goed werkgeverschap te bevorderen, bijvoorbeeld door het aanbieden van een gezonde lunch, sportabonnement of thuiswerkvergoeding. Het verhoogt de vrije ruimte in de eerste schijf van de WKR van 1,92% naar 2% in 2025 en naar 2,16% in 2027 voor loonsommen tot € 400.000. Hierdoor hebben mkb-werkgevers structureel € 960 voordeel per jaar. 
De dekking komt uit een verlaging van de vrijstelling en heffingskorting voor groen beleggen in box 3, die volledig verdwijnen per 2027. Het groene beleggen wordt zo minder fiscaal aantrekkelijk, met een opbrengst van € 20 miljoen in 2025 en 2026 en structureel € 59 miljoen vanaf 2027, wat overeenkomt met de kosten van de WKR-aanpassing.
  • 36 602, 99: Indieners vinden dat de belastingkloof tussen één- en tweeverdieners te groot is geworden. Eenverdienersgezinnen betalen vaak tot € 6.000 meer belasting dan tweeverdieners met hetzelfde inkomen, vooral door de afbouw van de overdraagbare heffingskorting. Het Belastingplan 2025 herintroduceert deze overdraagbaarheid, maar beperkt en tijdelijk en alleen voor een selecte groep. Werkende eenverdieners zijn uitgesloten van deze regeling. Dit amendement zorgt ervoor dat ook werkende eenverdieners recht hebben op de overdraagbare algemene heffingskorting, waarmee de ongelijkheid verminderd wordt.
  • 36 602, 130: Dit amendement stelt voor om de antifragmentatiemaatregel niet in te voeren, waardoor vastgoedlichamen met verhuurd vastgoed aan derden hun renteaftrek blijven behouden. Het vermijden van deze maatregel voorkomt een hogere lastendruk en lagere inkomsten voor (kleine) beleggers en woningcorporaties, wat belangrijk is om de verhuurmarkt stabiel te houden en de woningbouwdoelen te ondersteunen. Ter dekking wordt de voorgenomen verhoging van het generieke renteaftrekpercentage beperkt tot 24,5% in plaats van 25%.
Volg de ontwikkelingen rond dit wetsvoorstel in het parlementaire dossier op www.nlfiscaal.nl. Binnenkort zullen we updates plaatsen bij de noten van Willem Boei (NLFs 2024/0136) en Michel Ruijschop (NLFs 2024/0146).

Metadata

Rubriek(en)
Belastingplan 2025
Belastingtijdvak
2025 e.v.
Instantie
Tweede Kamer
Datum instantie
14 november 2024
Rolnummer
36 602
NLF-nummer
NLF 2024/2549
Aflevering
19 november 2024

Naar de bovenkant van de pagina