Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Dual Prod SRL, een in Roemenië gevestigde onderneming, heeft een vergunning voor het beheer van een belastingentrepot, waar zij onder meer alcohol produceerde. Nadat een doorzoeking bij Dual Prod een aantal onregelmatigheden aan het licht bracht, hebben de bevoegde autoriteiten die vergunning voor een periode van acht maanden geschorst. Op basis van die doorzoeking is besloten om Dual Prod strafrechtelijk te vervolgen. In afwachting van de uitkomst van die vervolging is de vergunning van Dual Prod een tweede keer geschorst.

Dual Prod heeft bij de verwijzende rechter aangevoerd dat de tweede schorsing in strijd is met het vermoeden van onschuld en met het ne-bis-in-idembeginsel.

De verwijzende rechter (de Tribunal Satu Mare) heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.

A-G Collins geeft het HvJ in overweging de door de Tribunal Satu Mare gestelde vragen als volgt te beantwoorden:

Artikel 48, lid 1, Handvest, gelezen in samenhang met artikel 16, lid 1, Richtlijn 2008/118 moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat een bestuurlijke sanctie tot schorsing van een vergunning wordt opgelegd om elke vorm van fraude en misbruik te voorkomen voordat er een definitieve strafrechtelijke veroordeling is uitgesproken, en het zich ook niet verzet tegen de mogelijkheid om zich in dit kader te beroepen op een vermoeden.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Accijnzen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
20 oktober 2022
Rolnummer
C‑412/21
ECLI
ECLI:EU:C:2022:821
Auteur(s)
Gooike van Slooten
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2022/2167
Aflevering
10 november 2022
Judoreg
NFB5320
bwbv0001506&artikel=267,bwbv0001506&artikel=267

Naar de bovenkant van de pagina