Direct naar content gaan

Samenvatting

De Heffingsambtenaar heeft in de bezwaarfase inzake een WOZ-beschikking een informatiebeschikking genomen. X (belanghebbende) heeft beroep (ongegrond) en hoger beroep ingesteld inzake de informatiebeschikking.

In dit geval heeft de Heffingsambtenaar voorafgaand aan het nemen van de WOZ-beschikking niet om inlichtingen verzocht. Hof Arnhem-Leeuwarden ziet, anders dan X betoogt, niet in waarom hij dan in de bezwaarfase tegen die beschikking geen inlichtingen meer zou mogen vragen. De vragen kunnen relatief eenvoudig beantwoord worden en van belang zijn voor een juiste vaststelling van de WOZ-waarde. X heeft in dit geval in het geheel geen antwoord gegeven op de vragen en dus geen inlichtingen verstrekt.

De sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast is volgens het Hof niet disproportioneel. Bij de behandeling van het bezwaar en beroep tegen de WOZ-beschikking kan aan de orde komen of de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast op haar plaats is.

Er is voorts geen sprake van strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De informatiebeschikking is terecht gegeven, concludeert het Hof. Het Hof stelt X alsnog een termijn van zes weken om aan zijn informatieverplichting te voldoen.

Het Hof wijst er nog op dat het alsnog verstrekken van de informatie er niet toe leidt dat de informatiebeschikking vervalt en er niet aan in de weg staat dat de informatiebeschikking onherroepelijk wordt. Een redelijke wetsuitleg brengt echter mee dat omkering van de bewijslast achterwege blijft indien binnen de gestelde termijn alsnog aan het verzoek van de Heffingsambtenaar wordt voldaan.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
14 december 2020
Rolnummer
20/00313
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:10521
NLF-nummer
NLF 2021/0058
Aflevering
7 januari 2021
bwbr0002320&artikel=52a,bwbr0002320&artikel=52a

Naar de bovenkant van de pagina