Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De gemeente X (belanghebbende) is eigenaar van de grond, licht- en trammasten, verkeersregelkasten en tramkasten in de gemeente. Zij sluit privaatrechtelijke overeenkomsten voor het plaatsen en/of exploiteren van reclameobjecten op en aan de gemeentelijke eigendommen. Hierdoor kunnen reclame-exploitanten in de openbare ruimte reclame maken.

Volgens de Inspecteur drijft X een onderneming met haar reclameactiviteiten.

X stelt daarentegen dat de reclameactiviteiten niet los kunnen worden gezien van de niet-belastingplichtige activiteiten, namelijk ‘het beheer van de openbare ruimte’, waardoor geen sprake is van een onderneming voor de Wet VpB 1969.

Hof Amsterdam is met Rechtbank Noord-Holland van oordeel dat de reclameactiviteit zelfstandig dient te worden getoetst aan de criteria voor het ondernemerschap. De stelling van X dat sprake is van normaal vermogensbeheer slaagt niet. Het Hof acht sprake van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid. Voorts neemt X deel aan het economische verkeer met haar organisatie van arbeid en kapitaal. De reclameactiviteiten vormen een materiële onderneming, aldus het Hof.

Het Hof verwerpt verder de stelling van X dat de overheidstakenvrijstelling van artikel 8e, lid 1, aanhef en onderdeel b, Wet VpB 1969 op de reclameactiviteiten van toepassing is.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
7 januari 2025
Rolnummer
23/1196
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2025:360
NLF-nummer
NLF 2025/0549
Aflevering
11 maart 2025

Naar de bovenkant van de pagina