Direct naar content gaan

Samenvatting

Geelen (belanghebbende; hierna X) is beheerder van websites die toegang geven tot een platform waar live erotische webcamsessies worden aangeboden. De webcamsessies worden feitelijk verzorgd door bij X in dienst zijnde modellen op de Filipijnen. De bezoekers van de website bevinden zich in Nederland.

De Inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat de door X aan de bezoekers verleende diensten voor de heffing van omzetbelasting moeten worden geacht plaats te vinden in Nederland en aldaar zijn belast met omzetbelasting. Hij heeft een naheffingsaanslag opgelegd.

Hof Den Bosch heeft – in navolging van partijen – geoordeeld dat de in geding zijnde diensten van X bestaande in het aanbieden van live erotische webcamsessies, moeten worden aangemerkt als vermakelijkheidsactiviteiten als bedoeld in artikel 6, lid 2, onderdeel c, onder 1°, Wet OB 1968 (tekst 2006 t/m 2009).

Gelet op de antwoorden van het HvJ (8 mei 2019, C-568/17, ECLI:EU:C:2019:388) op door de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen in deze zaak, geeft dit oordeel niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting, oordeelt de Hoge Raad.

Uit het arrest van het HvJ volgt dat die diensten voor de toepassing van de hiervoor vermelde bepaling plaatsvinden in het land waar de organisator en aanbieder ervan (X) de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd van waaruit hij de dienst verricht, en dat deze diensten daar in de heffing van omzetbelasting moeten worden betrokken. Zoals de staatssecretaris terecht betoogt, heeft het Hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de door X verzorgde vermakelijkheidsactiviteiten plaatsvinden in het land waar de modellen feitelijk hun activiteiten verrichten (de Filipijnen). Gelet hierop is het cassatieberoep gegrond.

Voor zover het beroep in cassatie zich mede richt tegen de beslissing van het Hof met betrekking tot de boete, kan het niet tot cassatie leiden. Aangezien het Hof X op rechtskundige gronden in het gelijk heeft gesteld, moet het ervoor worden gehouden dat X een pleitbaar standpunt heeft ingenomen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2006-2009
Instantie
HR
Datum instantie
18 juli 2019
Rolnummer
15/04171
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1230
Auteur(s)
Andy van Esdonk
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2019/1740
Aflevering
1 augustus 2019
Judoreg
NFB2651
bwbr0002629&artikel=6&lid=2,celex32006l0112&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina