Tariefindeling van speelgoed met knikkers in de Gecombineerde Nomenclatuur
Rechtbank Noord-Holland, 23 december 2024
Samenvatting
X (belanghebbende) heeft op 6 november 2021 een bti-aanvraag ingediend voor een artikel dat als volgt wordt omschreven: Electronisch knikkerspel met motorisch en wedstrijdelement. Het is gemaakt van kunststof en kent een gemotoriseerd rad en diverse geluid- en lichteffecten. X heeft verzocht om indeling van het product onder GN-postonderverdeling 9504 90 80 als gezelschapsspel. Daarbij hoort een tarief van 0%.
De Inspecteur heeft het product ingedeeld onder onderverdeling 9503 00 70 van de GN als ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of stellen (tarief 4,7%).
Rechtbank Noord-Holland acht de indeling door de Inspecteur juist. Het product is in de eerste plaats bedoeld om (solistisch) knikkerbanen te bouwen en om daar vervolgens mee te spelen. Het product kwalificeert als speelgoed en niet als gezelschapsspel. De artikelen in de doos vervullen verschillende op elkaar afgestemde functies, zodat het geheel voorts als een stel is aan te merken.
BRON
Uitspraak van de meervoudige douanekamer van 23 december 2024 in de zaak tussen
eiseres, gevestigd te vestigingsplaats, eiseres (gemachtigde: H. Roodzant),
en
de inspecteur van de Douane, verweerder.
Inleiding
Dit beroep gaat over de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) van speelgoed met knikkers.
Op 8 november 2021 heeft verweerder ten aanzien van eiseres een beschikking inzake een bindende tariefinlichting (hierna: BTI) gegeven.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 14 april 2022 het daartegen gemaakte bezwaar van eiseres afgewezen en de BTI gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 november 2024.
Namens eiseres is verschenen [naam 1] (senior licence administration en master data expert), bijgestaan door haar gemachtigden [naam 2] en [naam 3] .
Namens verweerder zijn verschenen mr. [naam 4] en mr. [naam 5] .
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres heeft op 6 november 2021 een BTI-aanvraag ingediend voor een artikel met de handelsnaam “ [het product] ” (hierna: het product). In de aanvraag wordt het product als volgt omschreven:
Eiseres heeft in haar aanvraag verzocht om indeling van het product onder GN- postonderverdeling 9504 90 80 als gezelschapsspel, “andere”. Daarbij hoort een tarief van 0%.
2. Op 8 november 2021 heeft verweerder ten aanzien van eiseres een BTI met kenmerk NL BTI 2021-0641 gegeven. Het product is daarin als volgt omschreven:
3. Het product is, met verwijzing naar de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de GN, ingedeeld onder onderverdeling 9503 00 70 van de GN, als ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of in stellen. De motivering daarbij is dat het product niet als een artikel voor gezelschapsspellen, als bedoeld bij post 9504 van het Geharmoniseerd Systeem (hierna: GS) kan worden aangemerkt omdat het spel met één speler kan worden gespeeld. De artikelen in de doos vervullen verschillende op elkaar afgestemde functies, zodat het geheel als een stel is aan te merken. Bij de indeling behoort een tarief van 4,7 %.
Geschil
4. In geschil is of verweerder het product terecht heeft ingedeeld onder onderverdeling 9503 00 70 van de GN.
5. Eiseres voert aan dat het product dient te worden ingedeeld onder onderverdeling 9504 90 80 van de GN omdat het product kwalificeert als gezelschapsspel met het karakter van een wedstrijd. Hoewel het bouwen van de knikkerbaan onderdeel van het spel uitmaakt, is dit ondersteunend en functioneel om de competitie mogelijk te maken. Die competitie bestaat erin dat een race kan worden gehouden tussen verschillende kleuren knikkers waarbij de uitdaging is welke knikker als eerste het eindpunt bereikt en de winnaar wordt. Het wedstrijdelement is er ook als één kind het spel speelt, en wordt vergroot als er meer kinderen meespelen. De behendigheidselementen dragen bij aan de competitie. Dat er geen uitgeschreven spelregels zijn, doet aan het voorgaande niet af, want voor kinderen is duidelijk wat de spelregels zijn, namelijk welke knikker als eerste bij het eindpunt is. De competitie-elementen liggen besloten in het ontwerp van het spel. Er zijn geen andere sets nodig om het spel te spelen. Dat op de verpakking “speelset” staat, maakt niet dat het daarmee geen gezelschapsspel is. Eiseres verwijst ter onderbouwing van haar standpunten naar de handleiding die ook online beschikbaar is en naar een online video-instructie die ter zitting is getoond, naar de Verordening (EG) van 23 maart 2007, nr. 324/2007, punt 2 (PbEU 2007, nr. L 85, hierna: Indelingsverordening 324/2007), naar een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 31 december 2004, ECLI:NL:GHAMS:2004:AT3155, rechtsoverweging 6.11 en naar de BTI’s met kenmerken IEBT121NT-14-1243-DEC en DE14423-15-1, ter zitting naar de BTI met kenmerk NLBTI2024-0286 van 7 juni 2024, gegeven voor de [product 2] .
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, intrekking van de BTI en veroordeling van verweerder in de kosten van de bezwaar- en beroepsprocedure.
6. Verweerder voert aan dat het product moet worden ingedeeld onder onderverdeling 9503 00 70 van de GN omdat het product geen gezelschapsspel is. Het karakter van een wedstrijd ontbreekt. Uit de verpakking en de handleiding volgt dat het product als voornaamste doel heeft het vermaak van kinderen door het in elkaar zetten van een knikkerbaan en het spelen met de knikkerbaan zonder dat bepaalde regels hoeven te worden gevolgd. De voor een spel noodzakelijke spelregels ontbreken op de verpakking en er kan met een deelnemer tegelijk worden gespeeld, hetgeen erop duidt dat het geen gezelschapsspel is. Het product in de BTI met kenmerk NLBTI2024-0286 is een geheel ander product. Het heeft wel een competitief karakter en is daarom ingedeeld onder GN-postonderverdeling 9504 90 80.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Relevante regelgeving
7. De onderverdeling in de GN van de post 9503 luidt, ten tijde van de afgifte van de BTI, voor zover hier van belang, als volgt:
9503 00 Driewielers, autopeds, pedaalauto's en dergelijk speelgoed op wielen;
poppenwagens; poppen; ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke
modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten
(…)
9503 00 30 - elektrische treinen, daaronder begrepen rails, signalen en ander
toebehoren; zelfbouwmodellen op schaal, ook indien bewegend
- andere bouwdozen en ander constructiespeelgoed:
(…)
9503 00 70 - ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of stellen
(…)
8. De onderverdeling in de GN van de post 9504 van het GS luidt, ten tijde van de afgifte van de BTI, voor zover hier van belang, als volgt:
9504 |
Consoles en machines voor videospellen, artikelen voor gezelschapsspellen, daaronder begrepen spellen met motor of met drijfwerk, biljarten, speciale tafels voor casinospellen en automatische bowlinginstallaties |
9504 20 00 |
– biljarten van alle soorten, alsmede toebehoren daarvoor |
9504 30 |
– andere spellen, werkende op munten, bankbiljetten, bankkaarten, penningen of door middel van een andere wijze van betaling, andere dan automatische bowlinginstallaties |
9504 30 10 |
– – spellen met beeldscherm |
9504 30 20 |
– – andere spellen |
9504 30 90 |
– – delen |
9504 40 00 |
– speelkaarten |
9504 50 00 |
– consoles en machines voor videospellen, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 9504 30 |
9504 90 |
– andere |
9504 90 10 |
– – elektrische autobanen, voor het houden van wedstrijden |
9504 90 80 |
– – andere |
Beoordeling door de rechtbank
9. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof van Justitie) dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer Hof van Justitie 26 april 2017, C-51/16, Stryker EMEA Supply Chain Services BV, ECLI:EU:C:2017:298, punten 39 en 45). De inhoud van GS- en GN- toelichtingen moet in overeenstemming zijn met de GN-bepalingen en mag de strekking daarvan niet wijzigen. Toelichtingen moeten, indien zij in strijd blijken met de tekst van de GN-posten en de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken, terzijde worden geschoven (zie onder meer Hof van Justitie 26 november 2015, C-44/15, Duval GmbH & Co, KG., ECLI:EU:C:2015:783, punt 24).
10. De rechtbank stelt op grond van het dossier, het verhandelde ter zitting en mede aan de hand van het ter zitting getoonde product de volgende objectieve kenmerken en eigenschappen van het product vast.
11. Het product zit in een kartonnen doos met opdruk. Het bestaat uit 135 onderdelen in 26 verschillende vormen. De onderdelen zijn hoofdzakelijk vervaardigd van kunststof, variërend van grondplaten, steunen, baandelen (reuzenrad en trechter), acrobatische delen en een knikkervangscherm. Verder bevinden zich in de doos: 10 knikkers in 5 verschillende kleuren, een vel met stickers voor het decoreren van de baandelen en een boekje met bouwinstructies. Met de behulp van de handleiding kunnen van de onderdelen drie knikkerbanen (van een oplopend behendigheidsniveau) met elektronische geluidseffecten worden gemaakt. Voor een vierde knikkerbaan, genoemd in de handleiding als “multiplay” en “competition set”, is een uitbreidingsset nodig met de naam “ [product 3] ” en “ [product 4] ”. Op de doos staat vermeld dat het product is voor kinderen vanaf 4 jaar. Met de knikkerbaan kan door één kind of door meerdere kinderen worden gespeeld. Het spel begint door de knikker in een trechter te werpen, bovenin de baan. Op de doos staat vermeld: “ [omschrijving] ”
Op de doos staat in het Engels vermeld: “ [omschrijving] ”
>Constructiespeelgoed?
12. Uit de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product volgt dat met de onderdelen in de doos verschillende knikkerbanen kunnen worden gebouwd. De rechtbank is van oordeel dat het bouwen van de knikkerbaan een onderdeel is van het spelen met het product. Dit volgt in de eerste plaats uit het feit dat bij het product een uitgebreide handleiding zit waarin wordt uitgelegd hoe er met de onderdelen van het product drie verschillende knikkerbanen kunnen worden gebouwd. Naast de in de handleiding opgenomen drie knikkerbanen kunnen er met de onderdelen bovendien varianten worden gebouwd zonder handleiding. Daar staat echter tegenover dat bij constructiespeelgoed het bouwen zelf het doel is van het speelgoed. Bij het product is het bouwen weliswaar een essentieel onderdeel omdat zonder te bouwen de baan niet bestaat, maar het voornaamste doel van het product is het spelen met de knikkers op de knikkerbaan. Als de knikkerbaan is opgebouwd, kunnen de knikkers via verschillende wegen naar beneden rollen. De knikkerbaan heeft licht- en geluidseffecten. Er is een lanceerder om knikkers omhoog te schieten en een reuzenrad om de knikkers in op te vangen. Ook kunnen knikkers uit het kanon in een korf worden geschoten. De variatie in deze elementen versterkt het spelelement van het spelen met de knikkers op de knikkerbaan, waarbij deze variatie eenvoudig te bewerkstelligen is, in tegenstelling tot het complexere proces van het uit elkaar halen en opbouwen van een baan. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat het product niet kan worden ingedeeld onder post 9503 00 30 als constructiespeelgoed.
>Is sprake van speelgoed (post 9503 00) of van een gezelschapsspel (post 9504).
13. In zijn uitspraak van 31 december 2004, ECLI:NL:GHAMS:2004:AT3155, rechtsoverweging 6.11 overweegt het Gerechtshof Amsterdam dat uit de opsomming van artikelen in de GS-toelichting bij post 9504 blijkt dat met een gezelschapsspel in de zin van deze post wordt bedoeld een spel met het karakter van een wedstrijd, dat met meer deelnemers wordt gespeeld. Het hof verwijst daarbij naar de uitspraak van de Tariefcommissie van 7 november 2000, nr. 0115/97 TC, UTC 2001/4.
De aanwezigheid van een competitief karakter is een vereiste voor een goed om als een gezelschapsspel te kunnen worden aangemerkt.
14. Ter zitting heeft eiseres uitgelegd dat met de knikkerbaan een wedstrijd kan worden gespeeld door met meerdere deelnemers een race te houden tussen de verschillende kleuren knikkers. Zij gooien dan hun knikkers tegelijkertijd in een trechter, waarna de knikkers in een toevallige volgorde door het gat vallen en de baan ingaan. Een verdeler kan ervoor zorgen dat knikkers op verschillende routes terechtkomen. Tijdens de race kunnen de deelnemers invloed uitoefenen op de snelheid of de richting van de knikker, met name bij onderdelen zoals het lanceermechanisme en het reuzenrad. Bij het lanceren kan het voorkomen dat een knikker buiten de baan raakt en de speler opnieuw moet beginnen. De knikker die als eerste beneden bij het eindpunt is, heeft gewonnen. Naar het oordeel van de rechtbank maakt deze mogelijkheid dat met het product een race wordt gehouden echter nog niet dat sprake is van een gezelschapsspel. Het voornaamste doel van het spel is namelijk niet om een wedstrijd te spelen. Dit volgt in de eerste plaats uit het feit dat er geen spelregels bij het product zijn gevoegd en deze evenmin logisch volgen uit het ontwerp van het product. Ook weegt de rechtbank mee dat heel goed door één kind met de knikkerbaan kan worden gespeeld. Voorts volgt uit de handleiding dat er naast de drie modelknikkerbanen met een uitbreidingsset ook nog een vierde variant kan worden gebouwd, namelijk de multiplay-variant waarbij twee personen tegen elkaar kunnen racen op twee volledig gescheiden parcoursen. Het feit dat met het product dat nu in geschil is niet die multiplay-variant kan worden gemaakt, bevestigt dat het wedstrijdelement niet verankerd zit in het product, dat in de eerste plaats is bedoeld om (solistisch) knikkerbanen te bouwen en om daar vervolgens mee te spelen. Dat op de verpakking in het Engels staat vermeld: “(…) and compete with family and friends (…)” maakt dit niet anders.
>Beroep op een indelingsverordening en andere BTI’s
15. Eiseres wijst op Indelingsverordening 324/2007 en verwijst naar de BTI’s met kenmerken IEBT121NT-14-1243-DEC en DE14423-15-1, ter onderbouwing van haar betoog dat het met de indeling als gezelschapsspel verenigbaar is dat een spel ook kan worden gespeeld door één persoon. In de indelingsverordening gaat het om een product met een elektronisch beeldscherm met meer dan een miljoen ingebouwde Sudoku-puzzels met verschillende moeilijkheidsgraden. De objectieve kenmerken en eigenschappen van dit product zijn niet gelijk aan of vergelijkbaar met de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product dat nu in geschil is. In de indelingsverordening is sprake van een product met een kunstmatige tegenstander. Dit is een wezenlijk verschil met het product dat in geschil is, waarbij één persoon solistisch met het product kan spelen en een kunstmatige tegenstander ontbreekt.
16. Eiseres heeft de BTI’s met kenmerken IEBT121NT-14-1243-DEC en DE14423-15-1 niet overgelegd. De geldigheidsduur van deze BTI’s is inmiddels verstreken, en ze zijn dus niet meer beschikbaar in de BTI-database, zodat de rechtbank hen niet kan raadplegen. Eiseres heeft aldus haar beroep onvoldoende onderbouwd. Haar beroep op deze BTI’s kan dus niet slagen. Ter zitting heeft eiseres ter ondersteuning van haar betoog nog verwezen naar de BTI met kenmerk NLBTI2024-0286 van 7 juni 2024, gegeven voor de [product 2] . Naar het oordeel van de rechtbank verschilt dit product op wezenlijke punten van het onderhavige product. De BTI van 7 juni 2024 heeft betrekking op een knikkerspel met twee katapulten, een speelmat waarop een score kan worden bijgehouden en een geïntegreerd spel “Drie op een rij” in de opstelling. Deze elementen heeft het onderhavige product niet.
17. Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat het product kwalificeert als speelgoed en niet als gezelschapsspel. De artikelen in de doos vervullen verschillende op elkaar afgestemde functies, zodat het geheel als een stel is aan te merken.
>Conclusie en gevolgen
18. Gelet op het vorenoverwogene heeft verweerder het product terecht ingedeeld onder onderverdeling 9503 00 70 van de GN als ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of stellen. De rechtbank zal daarom het beroep ongegrond verklaren.
Proceskosten
19. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C. Maas, voorzitter, en mr. C.A. Schreuder en mr. E.M.R. Vennekens, leden, in aanwezigheid van mr. E.P. van der Zalm, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 december 2024.