Direct naar content gaan

Samenvatting

Het bezwaar van X (belanghebbende) inzake de box 3-heffing over 2017 maakt onderdeel uit van een massaalbezwaarprocedure. De zogenoemde stelselvraag (strijd met Europees recht) is aangehouden totdat de Hoge Raad hierover een uitspraak doet. Voor zover wordt gesteld dat sprake is van een individuele en buitensporige last (individuele vraag), is het bezwaar ongegrond verklaard. X heeft beroep (ongegrond) en hoger beroep ingesteld.

Volgens Hof Den Bosch dient de Belastingrechter in alle gevallen waarin belastingplichtigen zowel de stelselvraag als de individuele vraag in bezwaar opwerpen, die beide vragen te beantwoorden, ondanks de aanwijzing massaal bezwaar (uitspraak van 2 juli 2020, 19/00781 en 19/00782, ECLI:NL:GHSHE:2020:2000).

Indien Hof Arnhem-Leeuwarden thans uitsluitend de individuele vraag zou behandelen en de stelselvraag onbehandeld zou laten, zou het afwijken van de lijn waarvoor Hof Den Bosch heeft gekozen. Het Hof acht het onwenselijk dat er in Nederland in verschillende ressorts verschillende lijnen op dit punt worden gehanteerd. Van belang is dat spoedig duidelijk wordt hoe de geschilbeslechting in zaken als de onderhavige moet verlopen, vanzelfsprekend los van het uiteindelijke antwoord op zowel de stelselvraag als de individuele vraag.

Het Hof stelt de Hoge Raad in dit verband de volgende prejudiciële vraag:

Dient de (feiten)rechter in belastingzaken in gevallen als het onderhavige, waarin de aanwijzing massaal bezwaar een rechtsvraag betreft, terwijl een daarmee verband houdende individuele vraag niet als zodanig is aangewezen:

  • een beslissing te geven over uitsluitend de individuele vraag, ook al is die van subsidiaire aard ten opzichte van de rechtsvraag waarvoor de aanwijzing massaal bezwaar geldt; dan wel:
  • een beslissing te geven over zowel de stelselvraag als de individuele vraag, gezien het verband tussen die respectieve vragen; dan wel:
  • de individuele uitspraak (op bezwaar) te vernietigen, de zaak terug te wijzen naar de Inspecteur en hem op te dragen de beslissing inzake de individuele vraag aan te houden totdat de collectieve uitspraak zoals bedoeld in artikel 25e AWR is gedaan; en/of:
  • enige andere beslissing dan de in deze varianten genoemde te geven?

De zaak wordt aangehouden.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
30 september 2020
Rolnummer
19/01119
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:7854
Auteur(s)
mr. dr. S.M.H. Dusarduijn RB
Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2020/2236
Aflevering
22 oktober 2020
Judoreg
NFB3757
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbv0001001&artikel=1,bwbv0001001&artikel=1,bwbr0002320&artikel=25c,bwbr0002320&artikel=25c,bwbr0002320&artikel=25d,bwbr0002320&artikel=25d,bwbr0002320&artikel=25e,bwbr0002320&artikel=25e,bwbr0002320&artikel=25f,bwbr0002320&artikel=25f,bwbv0001000&artikel=14,bwbv0001000&artikel=14

Naar de bovenkant van de pagina