Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 22 november 2013 hebben Viva Telekom Bulgaria EAD (hierna: kredietnemer) en haar enig aandeelhouder InterV Investment Sarl, een rechtspersoon met zetel in Luxemburg (hierna: kredietverstrekker), een kredietovereenkomst gesloten voor een bedrag van € 145.700.910, die nog op dezelfde dag in werking is getreden. In de kredietovereenkomst was bepaald dat de kredietnemer dit bedrag diende aan te wenden voor het aflossen van schulden en kredieten, het voldoen van belastingen en het financieren van uitgaven voor een aantal transacties.

Voorts bepaalde de kredietovereenkomst dat het krediet renteloos werd verstrekt en dat de terugbetaling ervan zestig jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst verschuldigd werd.

Op 14 februari 2014 is de kredietnemer uit het handelsregister uitgeschreven. De vennootschap Viva Telekom Bulgaria EOOD, met de kredietverstrekker als enig aandeelhouder, is als rechtsopvolger in het handelsregister ingeschreven.

De Bulgaarse belastingdienst heeft op 16 oktober 2017 op grond van een bepaling in de Bulgaarse vennootschapsbelastingwet, van de rechtsopvolger een bronbelasting nageheven over de (fictieve) rente-inkomsten die de kredietnemer gedurende het tijdvak van 14 februari 2014 tot en met 31 maart 2015 zou hebben moeten ontvangen. Volgens de belastingdienst is bij de uitvoering van de hierboven genoemde kredietovereenkomst namelijk sprake geweest van belastingontduiking, aangezien de kredietnemer geen afbetalingstermijnen en rente heeft betaald. De rechtsopvolger voert aan dat de bronbelasting over fictieve rente-inkomsten is berekend zonder dat rekening is gehouden met de tijdens de procedure aangetoonde economische beweegredenen voor het toekennen van een renteloze lening.

De Varhoven administrativen sad (Bulgarije) vraagt zich af of de Bulgaarse vennootschapsbelastingwet op dit punt in overeenstemming is met het VWEU, Richtlijn 2003/49 (Interest- en royaltyrichtlijn) en Richtlijn 2008/7 (Richtlijn kapitaalsbelasting) en heeft hierover aan het HvJ prejudiciële vragen gesteld.

Het HvJ beantwoordt deze vraag bevestigend. Bulgarije mag een bronbelasting heffen over de (fictieve) rente-inkomsten.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
14 februari 2014 t/m 31 maart 2015
Instantie
HvJ
Datum instantie
24 februari 2022
Rolnummer
C-257/20
ECLI
ECLI:EU:C:2022:125
Auteur(s)
mr. I.M. de Groot
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2022/0542
Aflevering
17 maart 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4891
bwbv0001506&artikel=49,bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=65,bwbv0001506&artikel=49,bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=65,celex32003l0049&artikel=1,celex32003l0049&artikel=4,celex32016l1164&artikel=3,celex32016l1164&artikel=4,celex32016l1164&artikel=5,celex32016l1164&artikel=7,celex32016l1164&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina