Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is een administratie-, accountants- en belastingadvieskantoor.

De Inspecteur heeft de gehele door X aan haar werknemers verstrekte vaste kostenvergoeding in de periode 2014-2018 tot het eindheffingsloon voor de werkkostenregeling gerekend.

In geschil zijn in verband hiermee opgelegde naheffingsaanslagen.

X heeft tot en met 2014 gebruikgemaakt van de overgangsregeling waardoor zij in 2014 nog gebruik kon maken van de ‘oude’ regeling zoals opgenomen in artikel 11, lid 1, aanhef en onderdeel a, Wet LB 1964 (tekst 2010). Rechtbank Gelderland acht niet aannemelijk dat X de vaste kostenvergoedingen vooraf of uiterlijk bij de betaling ervan naar veronderstelde omvang heeft gespecificeerd en steekproefsgewijs heeft onderbouwd. X stelt weliswaar dat in het verleden een onderzoek heeft plaatsgevonden, maar enig bewijs daarvoor ontbreekt. Gelet op het voorgaande heeft de Inspecteur terecht de gehele vaste kostenvergoeding over het jaar 2014 tot het eindloon gerekend.

De stelling van X dat zij ten aanzien van de jaren 2015-2018 niet opnieuw een onderzoek hoefde te doen, omdat er reeds een vaste kostenvergoeding bestond, berust op een onjuiste lezing van het Handboek Loonheffingen. Een nieuw onderzoek kan slechts dan achterwege blijven indien X beschikte over een onderzoek. En een dergelijk onderzoek is er juist niet. De Inspecteur heeft reeds hierom terecht de gehele vaste kostenvergoeding over de jaren 2015 tot en met 2018 tot het eindloon gerekend.

De Rechtbank oordeelt verder dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat vergoedingen van kosten van lidmaatschappen voor netwerkverenigingen/businessclubs buiten het loonbegrip vallen.

De verzuim- en vergrijpboetes (25%) zijn passend en geboden. De vergrijpboetes worden wegens undue delay gematigd. Weliswaar is de redelijke termijn voor de verzuimboetes ook overschreden, maar omdat deze minder dan € 200 per boete bedragen, vindt geen matiging plaats.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2014-2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
10 juni 2022
Rolnummer
21/949; 21/950
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:2926
NLF-nummer
NLF 2022/1511
Aflevering
4 augustus 2022

Naar de bovenkant van de pagina