Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft bezwaar gemaakt tegen aanmanings- en betekeningskosten ter zake van een aanslag in de waterschapsbelastingen 2021. Hij heeft het verschuldigde bedrag van € 7,78 te laat betaald.

Het bezwaar is wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Dat acht Hof Den Haag in hoger beroep terecht.

X stelt dat hij niet eerder dan bij ontvangst van de aanmaning op de hoogte was van het bestaan van de aanslag. Hij voert hiertoe aan dat hij niet is aangemeld voor MijnOverheid en dat hij de aanslag daarom niet heeft ontvangen. Volgens het Hof heeft de Invorderingsambtenaar echter aannemelijk gemaakt dat X zich wel heeft aangemeld voor MijnOverheid, dat de aanslag in de berichtenbox is geplaatst en daarmee op de juiste wijze aan X bekend is gemaakt. Betaling van zowel aanslag als van de aanmaningskosten heeft niet binnen de vervaltermijnen plaatsgevonden, zodat de aanmanings- en betekeningskosten terecht in rekening zijn gebracht.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
24 juli 2024
Rolnummer
23/716
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1778
NLF-nummer
NLF 2024/2525
Aflevering
12 november 2024

Naar de bovenkant van de pagina