Levering kavels vrijgesteld van omzetbelasting door gewekt vertrouwen
Hof Den Bosch, 18 september 2024
Samenvatting
X (belanghebbende) heeft (in vof-vorm) een varkensbedrijf gedreven. X heeft kavels geleverd aan derden. Deze procedure gaat nog over de levering van kavel 2, 3 en 4.
Vast staat dat op alle kavels op het moment van levering funderingen en mestputten van de varkensstallen onder het maaiveld aanwezig waren. Bij kavels 2 en 3 waren ook de vloer en de spantbenen (niet de dakspanten) van een loods aanwezig.
X stelt dat de tekst van het Vastgoedbesluit (besluit van 19 september 2013, BLKB2013/1686M) het in rechte te beschermen vertrouwen heeft gewekt dat de kavels 2, 3 en 4, door de aanwezigheid van de mestputten en funderingen, aangemerkt kunnen worden als bebouwde grond, waardoor de levering van deze kavels op basis van artikel 11, lid 1, aanhef, onderdeel a, onder 1º, Wet OB 1968 is vrijgesteld van omzetbelasting.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep op het vertrouwensbeginsel ten aanzien van kavel 2 en 4 gehonoreerd. Zij heeft geoordeeld dat X gelet op de bewoordingen van het Vastgoedbesluit en de daarin opgenomen voetnoten – met name voetnoot 21 –, het gerechtvaardigd vertrouwen mocht ontlenen dat de tweede en vierde kavel bij levering aangemerkt zouden worden als grond waarop zich een gedeeltelijk gesloopt gebouw bevond, en daarmee zouden kwalificeren als bebouwde grond.
Hof Den Bosch acht dit oordeel juist. Gelet op de vaststaande feiten beroept X zich, evenals voor kavel 2 en 4, ook voor kavel 3 terecht op gewekt vertrouwen.
Het hoger beroep van de Inspecteur is ongegrond.
BRON
1 Ontstaan en loop van het geding
2 Feiten
-
Op de tweede kavel zijn varkensstallen en (op het gedeelte voor de beoogde tuin) een gedeelte van) een loods aanwezig;
-
Op de derde kavel zijn varkensstallen en (een gedeelte van) een loods aanwezig;
-
Op de vierde kavel zijn varkensstallen aanwezig.
-
Span benen verwijderen;
-
Vloer verwijderen + afvoeren dik +/- 15 cm;
-
Metselwerk verwijderen;
-
Standers in depot plaatsen;
-
Ex zeefwerk.
3 Geschil en conclusies van partijen
4 Gronden
5 Beslissing
-
verklaart het hoger beroep ongegrond;
-
bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
-
bepaalt dat van de inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 548;
-
veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij het hof van € 1.750.
-
Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
-
(Alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
-
Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
-
de naam en het adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
-
e gronden van het beroep in cassatie.