Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) huurt en gebruikt een garage die is gelegen onderin een flatgebouw. In het flatgebouw bevinden zich meerdere garages en woningen. X gebruikt de garage als opslagruimte. De garage heeft geen waterpunt en geen directe aansluiting op de gemeentelijke riolering.

In geschil is een aan X opgelegde aanslag rioolheffing (gebruikers) ten bedrage van € 69,64 voor de garagebox.

Anders dan de Heffingsambtenaar en Rechtbank Noord-Holland oordeelt Hof Amsterdam dat de garagebox niet als een afzonderlijke onroerende zaak kan worden aangemerkt.

Volgens het Hof kan de garagebox echter wel worden geduid als een zelfstandig gedeelte van een onroerende zaak als bedoeld in (artikel 1, onderdeel a van) de betreffende verordening. Het Hof neemt daarbij in aanmerking dat de garagebox blijkens zijn indeling bestemd is om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Het Hof acht aannemelijk dat vanuit het perceel (het flatgebouw) waarin zich het zelfstandige gedeelte (de garagebox) bevindt, hemelwater indirect wordt afgevoerd op de gemeentelijke riolering. In dat geval kan de belasting worden geheven ter zake van dat gedeelte en is sprake van een belastbaar feit als bedoeld in de verordening. Met de Heffingsambtenaar is het Hof voorts van oordeel dat X ter zake van het belastbare feit als de belastingplichtige moet worden aangemerkt nu hij gebruiker is van de garagebox. Het beroep van X op schending van het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen. De aanslag is terecht opgelegd.

De Hoge Raad heeft op 28-06-2019 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar art 81 Wet RO (rolnummer 18/04243)

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
21 augustus 2018
Rolnummer
17/00111
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:3055
NLF-nummer
NLF 2018/1977
Aflevering
13 september 2018
bwbr0005416&artikel=228a,bwbr0005416&artikel=228a

Naar de bovenkant van de pagina