Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze WOZ-zaak staat Rechtbank Midden-Nederland het procesgedrag van de gemachtigde van X (belanghebbende) niet toe wegens strijd met de goede procesorde. Het beroepschrift en een ‘pinpointbrief’ met algemene, weinig inhoudelijke, dikwijls onsamenhangende en inconsistente stellingen worden buiten beschouwing gelaten. Dat geldt ook voor op de zitting ingenomen standpunten.

De Heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld.

Het verzoek van X om vergoeding van immateriële schade vanwege overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen nu deze redelijke termijn wordt verlengd met twaalf maanden vanwege het grote aantal door de gemachtigde ingediende beroepen, afgezet tegen zijn beperkte beschikbaarheid voor zittingen.

Het verzoek van de Heffingsambtenaar om X in de proceskosten te veroordelen wordt ook afgewezen. X komt in de kern op tegen de vastgestelde WOZ-waarde. Dat is op zichzelf niet onredelijk. De kwaliteit van de proceshandelingen van de gemachtigde zorgen er niet voor dat het inzetten van het rechtsmiddel als zodanig onredelijk of onnodig is. Ook anderszins is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling ten laste van X.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum instantie
19 juni 2024
Rolnummer
23/1495
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2024:4891
NLF-nummer
NLF 2024/2145
Aflevering
24 september 2024
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina