Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn echtgenote zijn als vrijwilligers werkzaam voor een stichting en hebben een gift (met betrekking tot het afzien van vrijwilligersvergoedingen) aan deze stichting in aftrek gebracht. De Inspecteur heeft de giftenaftrek bij de aanslag IB/PVV 2014 geweigerd. Tevens is een verzoek om ambtshalve vermindering afgewezen.

X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep ongegrond.

Naar het oordeel van de Rechtbank heeft X niet aannemelijk gemaakt dat er voldaan is aan alle voorwaarden van artikel 6.36, lid 1, Wet IB 2001. Tot de gedingstukken behoort de vrijwilligersovereenkomst tussen X en de stichting. Daarin staat aangegeven dat de vrijwilligerswerkzaamheden worden verricht zonder dat hier betaling tegenover staat. Uit de andere gedingstukken volgt ook niet dat de stichting een vergoedingsregeling voor vrijwilligers heeft en dat X in vrijheid over de vergoeding kon beschikken. De giftenaftrek is terecht geweigerd en de Inspecteur heeft het verzoek om ambtshalve vermindering terecht afgewezen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
13 juli 2021
Rolnummer
20/6906
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2021:9173
NLF-nummer
NLF 2022/0028
Aflevering
6 januari 2022
bwbr0011353&artikel=6.36,bwbr0011353&artikel=6.36

Naar de bovenkant van de pagina