Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (verzoekster) is naar aanleiding van een ingesteld cassatieberoep medegedeeld dat de beslissing in haar belastingzaak zal worden genomen door de leden van de Hoge Raad R.J. Koopman, M.T. Boerlage en J. Wortel.

X heeft de wraking verzocht van de leden van de Hoge Raad.

In haar verzoek maakt X een aantal opmerkingen naar aanleiding van de bij de Hoge Raad aanhangige zaak, maar voert geen concrete omstandigheden aan waardoor de rechterlijke onpartijdigheid van de drie leden van de Hoge Raad schade zou kunnen lijden of daarvoor een objectief gerechtvaardigde vrees bestaat. Voor het aanvoeren van nadere gronden ter zitting is geen plaats, nu op grond van artikel 8:16, lid 3, Awb alle feiten of omstandigheden tegelijk moeten worden voorgedragen. Daarmee is van een wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 8:15 Awb geen sprake.

Mede gelet op de frequentie waarmee verzoekster ‘verzoeken tot wraking’ indient in de belastingzaken waarin zij procedeert en waarin zij soortgelijke algemene klachten ventileert, maakt verzoekster evident misbruik van het middel van wraking. Ook dit ongemotiveerde verzoek kan in redelijkheid niet anders worden verstaan dan als de aanwending van de bevoegdheid tot wraking voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven. De Hoge Raad laat het verzoek daarom buiten behandeling en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in de zaak met nummer 22/01787 niet in behandeling zal worden genomen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2023
Instantie
HR
Datum instantie
14 april 2023
Rolnummer
23/00961
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:575
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2023/0921
Aflevering
27 april 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5725
bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:16,bwbr0005537&artikel=8:18,bwbr0005537&artikel=8:18&lid=4,bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:16,bwbr0005537&artikel=8:18

Naar de bovenkant van de pagina