Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze BPM-zaak oordeelt de Hoge Raad dat de voor een personenauto verschuldigde BPM wordt berekend naar het tijdstip waarop het belastbare feit plaatsvindt (vgl. HR 26 mei 2021, 20/00706, ECLI:NL:HR:2021:415, NLF 2021/0742, met noot van Elberts, r.o. 3.5.1). Dit brengt mee dat alle relevante factoren die van belang zijn voor de hoogte van de verschuldigde BPM moeten worden beoordeeld naar dat tijdstip (vgl. HR 21 september 2018, 17/02947, ECLI:NL:HR:2018:1695, NLF 2018/2085, met noot van Elbert, r.o. 2.3.3, en HR 2 februari 2024, 22/00653, ECLI:NL:HR:2024:147, NLF 2024/0381, met noot van Elbert, r.o. 3.6.2). Tot die factoren behoren ook de gegevens uit een koerslijst die van belang zijn voor het bepalen van de in artikel 10, lid 1 en 2, Wet BPM bedoelde vermindering. Bij gebruikmaking van de koerslijstmethode als bedoeld in artikel 10, lid 7, Wet BPM moet daarom worden uitgegaan van de koerslijst zoals die geldt ten tijde van het belastbare feit, met inbegrip van alle gegevens en factoren die op dat moment daarin zijn opgenomen.

Hof Den Haag heeft dit miskend. Het oordeel van het Hof berust op een onjuiste rechtsopvatting.

De Hoge Raad doet de zaak af.

Vast staat dat ten tijde van het belastbare feit (de registratie van de personenauto op 26 juli 2018) de koerslijst van Eurotax de factoren ‘marktsituatie handelaar’ en ‘marktsituatie’ bevatte. Tussen partijen is niet in geschil dat indien rekening wordt gehouden met die factoren de voor de registratie van de personenauto verschuldigde BPM € 1.578 bedraagt. De naheffingsaanslag – die mede de naheffing betreft van verschuldigde BPM ter zake van een andere personenauto die X heeft doen registreren – moet daarom worden verminderd.

Omdat het financiële belang bij deze cassatieprocedure minder dan € 1.000 bedraagt en de redelijke termijn met niet meer dan twaalf maanden is overschreden, wordt volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden (vgl. HR 14 juni 2024, 22/04592, ECLI:NL:HR:2024:853, NLF 2024/1413, met noot van Nent, r.o. 3.4.4).

Conform Conclusies A-G Ettema (NLF 2024/1184, NLF 2024/1185, NLF 2024/1187 en NLF 2024/1223), met gemeenschappelijke bijlage (NLF 2024/1183, met noot van Hennevelt).

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
HR
Datum instantie
28 februari 2025
Rolnummer
23/00142
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:248
Auteur(s)
mr. H.A. Elbert
Elbert Fiscaal
NLF-nummer
NLF 2025/0597
Aflevering
18 maart 2025
Judoregnummer
JCDI:NFB6851
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina