Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het systeem van de Arubaanse grondbelasting behelst dat bij het begin al vijf aanslagen worden vastgesteld en opgeborgen in de legger. Per jaar volgt dan uitreiking en daarmee oplegging. In dit systeem is de jaarlijkse aanslag elk jaar gelijk gedurende vijf jaren. Een wetswijziging in de grondbelasting per 1 januari 2019 heeft ten gevolge gehad dat met ingang van die datum, dat wil zeggen gedurende het tijdvak 2017-2021, het belastingtarief van de grondbelasting voor belastingplichtigen niet zijnde natuurlijke personen, is verhoogd van 0,4% naar 0,6%. Bovendien is de belastingvrije waarde van Afl. 60.000 komen te vervallen.

Deze wijzigingen hebben erin geresulteerd dat aan X (nv; belanghebbende) voor het jaar 2019 een tweede aanslag grondbelasting is opgelegd. Bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is in geschil of de per 1 januari 2019 ingevoerde wettelijke verhoging van het belastingtarief voor de grondbelasting en het tegelijkertijd laten vervallen van de belastingvrije waarde, gevolgen kan hebben voor de aanslagoplegging over 2019, omdat voornoemde wijzigingen X met terugwerkende kracht raken. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft hierover aan de Hoge Raad drie prejudiciële vragen voorgelegd. Het betreft de eerste belastingzaak waarin het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba prejudiciële vragen stelt aan de Hoge Raad. De vragen worden in deze conclusie door A-G IJzerman als volgt beantwoord.

Hij is van mening dat de aanslag grondbelasting over 2019 is aan te merken als een tweede belastingaanslag over het boekjaar 2019.

Ter zake van de per 1 januari 2019 ingevoerde wijziging van de Landsverordening Grondbelasting kan over 2019 noch door middel van conversie, noch anderszins een navorderingsaanslag worden opgelegd.

De wijziging van de Landsverordening Grondbelasting is op stelselniveau een onaanvaardbare inbreuk op artikel 1 EP en is in strijd met de Staatsregeling.

Metadata

Rubriek(en)
Heffingen Caribisch Koninkrijk
Belastingtijdvak
2019
Instantie
A-G
Datum instantie
29 november 2022
Rolnummer
22/00456
ECLI
ECLI:NL:PHR:2022:1126
Auteur(s)
mr. J.G. Lopez Ramirez
Deloitte Dutch Caribbean
NLF-nummer
NLF 2023/0212
Aflevering
26 januari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5567

Naar de bovenkant van de pagina