Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze procedure is in geschil of bij de aanslag IB/PVV 2014 van X (belanghebbende) voldoende rekening is gehouden met aftrekbare uitgaven voor specifieke zorgkosten.

X heeft onder meer de kosten van voedingssupplementen in aftrek gebracht. Tot de aftrekbare uitgaven voor medicijnen behoren echter niet de uitgaven voor middelen die ook plegen te worden aangewend voor andere doeleinden dan als geneesmiddel (vgl. HR 27 november 1996, 31.835, ECLI:NL:HR:1996:AA1753). Aangezien dat bij genoemde voedingssupplementen het geval is, zijn deze kosten niet aftrekbaar. Dat X de voedingssupplementen gebruikt voor zijn gezondheid, doet daaraan niet af, oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden.

In de uitspraak op bezwaar inzake de IB/PVV 2013 is beslist dat de kosten van de supplementen toch aftrekbaar zijn, omdat X die medicijnen in grote hoeveelheden op doktersrecept moet nemen. Nu het in 2014 gaat om dezelfde voedingssupplementen als in 2013 slaagt het beroep van X op het vertrouwensbeginsel. Derhalve komen deze kosten voor 2014 wel voor aftrek in aanmerking. Het Hof berekent deze kosten aan de hand van de facturen van de apotheek op € 262.

Voor het overige is het hoger beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
10 september 2019
Rolnummer
18/00520
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:7313
NLF-nummer
NLF 2019/2186
Aflevering
3 oktober 2019
bwbr0011353&artikel=6.17&lid=1,bwbr0011353&artikel=6.17

Naar de bovenkant van de pagina