Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is een vermogensbeheerder die met een aantal werknemers een pensioenregeling (beschikbarepremieregeling) is overeengekomen. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een stichting. X is aangewezen als vermogensbeheerder van de stichting. De vraag is of over 2010 en 2011 terecht loonheffingen zijn nageheven van X.

Voor Hof Amsterdam was niet meer in geschil dat de stichting in 2010 en 2011 niet als een pensioenverzekeraar in de zin van artikel 19a, lid 1, onderdeel a, Wet LB 1964 is aan te merken. Wel was in geschil of zij in 2009 als zo’n pensioenverzekeraar was aan te merken. In geschil was voorts of X als inhoudingsplichtige moet worden aangemerkt en, zo ja, of de Inspecteur de naheffingsaanslagen terecht heeft berekend naar het gezamenlijke bedrag van de ‘actual premium’ en de winstbijschrijvingen.

X betoogt dat zij niet inhoudingsplichtig is, omdat de pensioenregeling in 2009 zuiver was en als gevolg van een in artikel 19b Wet LB 1964 genoemde ‘handeling’ onzuiver is geworden. Het Hof heeft geoordeeld dat de stichting ook in 2009 niet als pensioenverzekeraar in de zin van artikel 19a, lid 1, onderdeel a, Wet LB 1964 kan worden aangemerkt. Daaruit vloeit voort dat geen sprake is van een pensioenregeling die op enig moment ‘onzuiver’ is geworden in de zin van artikel 19b Wet LB 1964. Daarom is X in de onderhavige jaren op grond van artikel 6, lid 1, Wet LB 1964 inhoudingsplichtige.

Het Hof heeft voorts geoordeeld dat de winstbijschrijvingen, die voortvloeien uit winst die is behaald met de arbitrageactiviteiten van X ten behoeve van de stichting, tot de te belasten aanspraak behoren.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld.

De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de winstbijschrijvingen tot de te belasten aanspraak behoren. De waardeaangroei van een belastbare (pensioen)aanspraak behoort niet tot het loon (vgl. HR 14 februari 1962, 14.670, ECLI:NL:HR:1962:AX8007).

Voor het overige doet de Hoge Raad de zaak af met toepassing van artikel 81 Wet RO.

De zaak is verwezen naar Hof Den Haag.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2010 en 2011
Instantie
HR
Datum instantie
17 februari 2023
Rolnummer
21/01997
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:246
Auteur(s)
mr. dr. G.M.C.M. Staats
BDO/Tilburg University/Open Universiteit
NLF-nummer
NLF 2023/0408
Aflevering
23 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5614
bwbr0002471&artikel=6,bwbr0002471&artikel=6,bwbr0002471&artikel=19b,bwbr0002471&artikel=19b

Naar de bovenkant van de pagina