Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) zijn vier naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd. Zij stond op 24 april 2021, 21 september 2021, 14 oktober 2021 en 20 november 2021 met een voertuig op een parkeerplaats in Amsterdam zonder parkeerbelasting te voldoen.

Partijen verschillen van mening of het voertuig van X behoort tot de categorie bromfiets (waarvoor geen parkeerbelasting hoeft te worden betaald) of tot de categorie brommobiel (waarvoor parkeerbelasting wel vereist is).

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat het voertuig van X valt onder de categorie bromfiets, maar ook onder de subcategorie brommobiel.

Op grond van artikel 1, aanhef en onderdeel y, Parkeerverordening 2013 wordt onder motorvoertuigen verstaan: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en fietsen met trapondersteuning, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen, doch met inbegrip van brommobielen. Hiermee geeft de parkeerverordening dus aan dat brommobielen wel parkeerbelasting dienen te voldoen en dat X gehouden was te betalen voor het parkeren van haar voertuig, oordeelt de Rechtbank.

Van strijd met Verordening 168/2013 is, anders dan X betoogt, naar het oordeel van de Rechtbank geen sprake. Het voertuig van X is een bromfiets, conform de verordening, maar daarnaast ook een brommobiel, conform de regels omtrent parkeerbelasting in Nederland en Amsterdam.

De hoogte van de naheffingsaanslag is conform de Gemeentewet berekend en daarmee naar het oordeel van de Rechtbank niet disproportioneel. De naheffingsaanslagen blijven in stand.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum instantie
14 december 2022
Rolnummer
21/4341; 22/713; 22/714; 22/715
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2022:7646
NLF-nummer
NLF 2023/0263
Aflevering
2 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5578
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina