Samenvatting
BD heeft gedurende zijn leven in zowel Slowakije als Tsjechië gewerkt. BD heeft op 20 mei 2013 van de Tsjechische socialezekerheidsinstantie een ouderdomspensioen toegekend gekregen.X heeft ook bij de Slowaakse socialezekerheidsinstantie een ouderdomspensioen aangevraagd. In casu geldt een pensioengerechtigde leeftijd van 55 jaar voor beroepen in ‘categorie I’. BD heeft weliswaar tot en met 31 augustus 1995 als mijnwerker gewerkt, en dat beroep valt daaronder. In 1993 zijn echter de beroepscategorieën afgeschaft, waardoor zijn tewerkstellingsperiode slechts is geteld tot 1993, en niet tot 1995. Hierdoor komt BD niet aan de vereiste 15 jaar aan werkzaamheden in categorie I, zodat zijn verzoek voor een pensioen door de Slowaakse socialezekerheidsinstantie werd afgewezen.
De verwijzende rechter vraagt zich af hoe artikel 51, lid 1, Verordening 883/2004 zich tot deze situatie verhoudt. Zij heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.