Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) drijft een onderneming in de luchtvracht. A en D waren middellijk aandeelhouder van X. In 2002 is door A en D een constructie opgezet waarbij met gefingeerde facturen op naam van een bestaande Zwitserse AG en een coderekening bij UBS in Zwitserland overboekingen ten laste zijn gebracht van de winst van X. Vanaf de coderekening zijn bedragen overgeboekt naar de persoonlijke UBS-rekeningen van A en D. Met dagtekening 9 oktober 2015 hebben A en D een inkeermelding gedaan met betrekking tot de door hen aangehouden vermogens in het buitenland. In een brief van 11 november 2016, waarin de gemachtigde van X reageert op een vragenbrief inzake de inkeermelding van A, heeft X verzocht om haar in de inkeer van haar middellijk aandeelhouders te betrekken.

In geschil zijn vergrijpboetes die zijn opgelegd bij de navorderingsaanslagen vpb 2012 en 2013 van X.

Hof Amsterdam acht niet aannemelijk dat op een eerder moment dan in de brief van 11 november 2016 is gemeld dat ook X in de inkeerprocedure betrokken wenste te worden. Dit betreft echter niet een inkeer door X uit eigen beweging, als bedoeld in artikel 67n AWR, ter zake van haar onjuiste aangiften vpb voor de jaren 2012 en 2013.

Het Hof is verder evenals Rechtbank Noord-Holland van oordeel dat de Inspecteur het bewijs voor de opgelegde vergrijpboetes volledig heeft geleverd op basis van wilsonafhankelijke documenten. Ook het Hof ziet daarom geen aanleiding om aan het verzuim van de Inspecteur om bij de aanvang van een gesprek met A op 26 oktober 2017 de cautie te geven, gevolgen te verbinden.

Evenals de Rechtbank is het Hof van oordeel dat in het onderhavige geval vergrijpboetes van 85% van de nagevorderde belasting, vóór de door de Rechtbank toegepaste vermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg, passend en geboden zijn.

De Hoge Raad heeft op 21 april 2023 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (22/03043)

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
16 juni 2022
Rolnummer
21/00035; 21/00036
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:1791
NLF-nummer
NLF 2022/1525
Aflevering
4 augustus 2022
bwbr0002320&artikel=67n,bwbr0002320&artikel=67n

Naar de bovenkant van de pagina