Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft verzocht om een WOZ-beschikking (medebelanghebbende) voor het jaar 2015 in verband met de overstapregeling naar eeuwigdurende erfpacht. De Heffingsambtenaar heeft geweigerd de WOZ-beschikking af te geven.

Ter zitting is vastgesteld dat de Heffingsambtenaar gelet op het arrest HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:596 van oordeel is dat X recht heeft op de gevraagde WOZ-beschikking, en daarnaast dat partijen eensgezind van oordeel zijn dat de Heffingsambtenaar wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar een dwangsom van € 1.260 is verschuldigd. Hof Amsterdam ziet geen aanleiding partijen hierin niet te volgen.

Voor het niet tijdig afgeven van de WOZ-beschikking is de Heffingsambtenaar geen dwangsom verschuldigd omdat de ingebrekestelling was gestuit (’on hold’ gezet) in verband met het aanleveren van nadere stukken. Niet is gebleken dat de Heffingsambtenaar de summier geformuleerde voorwaarden van de afspraak heeft geschonden.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
8 november 2021
Rolnummer
21/00669; 21/00671; 21/00675
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:4112
NLF-nummer
NLF 2022/0081
Aflevering
6 januari 2022
bwbr0007119&artikel=28,bwbr0007119&artikel=28

Naar de bovenkant van de pagina