Direct naar content gaan

Samenvatting

X1 en X2 (belanghebbenden 1 en 2) zijn gehuwd. X2 heeft in 1987 een nv opgericht, een naamloze vennootschap naar Curaçaos recht. In december 1999 is op verzoek van X2 een Stichting Particulier Fonds (hierna: de SPF) opgericht. Het bestuur van de SPF werd gevoerd door een trust.

In november 2000 heeft X2 de aandelen in de nv geschonken aan de SPF. Medio juni 2012 is de SPF ontbonden, waarna belanghebbenden een liquidatie-uitkering hebben ontvangen. Op 27 maart 2012 heeft de SPF een ruling gesloten met de belastingautoriteiten van Curaçao en is de SPF op Curaçao onderworpen aan een belastingheffing naar de winst tegen een tarief van 10%.

De Inspecteur stelt dat de bezittingen van de SPF moeten worden toegerekend aan X2 omdat hij feitelijk heeft kunnen beschikken over het vermogen van de SPF als ware het zijn eigen vermogen (aanslagen IB/PVV 2011 en 2012).

Hof Den Bosch geeft de Inspecteur op grond van de zogenoemde transparantierechtspraak gelijk. Gelet hierop wordt aan de toepassing van artikel 2.14a Wet IB 2001 niet toegekomen.

De belanghebbenden hebben met drie middelen cassatieberoep ingesteld. Middel I is gericht tegen de tardiefverklaring van het verzoek van belanghebbenden om overlegging van bepaalde e-mailcorrespondentie. Dit middel slaagt. Het Hof had moeten onderzoeken om welke stukken het ging en of deze relevant waren voor de zaak. De overige twee middelen falen.

De zaak is verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden om opnieuw te beoordelen of belanghebbende 2 over het vermogen van de SPF kon beschikken als ware het zijn eigen vermogen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2011-2012
Instantie
HR
Datum instantie
14 februari 2025
Rolnummer
23/00153
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:241
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
mr. J. Kanters
Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2025/0495
Judoregnummer
JCDI:NFB6827
bwbr0011353&artikel=2.14a,bwbr0011353&artikel=2.14a

Naar de bovenkant van de pagina