Direct naar content gaan

Samenvatting

Zowel X bv als haar enig aandeelhouder is een financiële holding. Het concern waarvan X deel uitmaakt is een samenwerkingsverband aangegaan met een stichting die een ziekenhuis exploiteert. De stichting was vrijgesteld van vennootschapsbelasting op grond van artikel 5, lid 1, onderdeel c, Wet VpB 1969. De stichting is omgezet in een bv (hierna: A bv). X bv is daarbij aandeelhouder geworden van A bv en zij vormen samen een fiscale eenheid voor de Wet VpB 1969.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat A bv niet in aanmerking komt voor de (zorg)vrijstelling van artikel 5, lid 1, aanhef en onderdeel c, Wet VpB 1969.

A bv voldoet namelijk niet aan de winstbestemmingseis. Ook is er volgens de Rechtbank geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel. A bv kan evenmin haar winsten verrekenen met de voorvoegingsverliezen als X bv, ook niet op grond van het vertrouwensbeginsel.

Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
30 juni 2021
Rolnummer
20/2017
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2021:7485
Auteur(s)
J. Kamel LLM
Belastingdienst / Vrije Universiteit
NLF-nummer
NLF 2021/1645
Aflevering
26 augustus 2021
Judoreg
NFB4509
bwbr0002672&artikel=5,bwbr0002672&artikel=5,bwbr0002672&artikel=5&lid=1,bwbr0002672&artikel=5&lid=1,bwbr0002672&artikel=15ae,bwbr0002672&artikel=15ae,bwbr0002672&artikel=20,bwbr0002672&artikel=20,bwbr0002786&artikel=4,bwbr0002786&artikel=4,bwbr0014483&artikel=5,bwbr0014483&artikel=5

Naar de bovenkant van de pagina