Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan X en Y (belanghebbenden) voor de jaren 2006 tot en met 2011 navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd. Bij uitspraken op bezwaar van 3 september 2021 zijn de navorderingsaanslagen verminderd tot nihil. In de uitspraken op bezwaar is geen beslissing gegeven op de verzoeken van belanghebbenden om vergoeding van immateriële schade. Dat achten zij onterecht. Zij hebben daarom beroep ingesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht zich bevoegd om met overeenkomstige toepassing van artikel 8:73 Awb kennis te nemen van de verzoeken om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Volgens de Rechtbank hebben X en Y in de bezwaarfase voorts geen afstand gedaan van het recht op vergoeding van immateriële schade.

De hoofdzaken zijn in dit geval op 3 september 2021 geëindigd.

In de omstandigheid dat de hoofdzaak al in bezwaar ten einde is gekomen en daarover geen behandeling bij de rechter plaatsvindt, ziet de Rechtbank geen aanleiding om geen vergoeding van immateriële schade toe te kennen. Hoewel in de jurisprudentie van de Hoge Raad over overschrijding van de redelijke termijn telkens wordt benoemd dat het erom gaat dat procedures binnen een redelijke termijn worden berecht en ook artikel 6 EVRM enkel ziet op de behandeling van de zaak door de rechter en niet door de Inspecteur, heeft de Hoge Raad onlangs in een vergelijkbaar geval waarin de hoofdzaak bij uitspraak op bezwaar reeds was geëindigd, inhoudelijk beoordeeld of recht bestond op een vergoeding van immateriële schade vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase (HR 2 september 2022, 22/00186, ECLI:NL:HR:2022:1128).

In casu is alleen voor het jaar 2006 de redelijke termijn overschreden. Voor dat jaar wordt een vergoeding toegekend.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016-2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
22 december 2022
Rolnummer
21/4294; 21/4295; 21/4296; 21/4297; 21/4298; 21/4299; 21/4300; 21/4301; 21/4302; 21/4303; 21/4304; 21/4305
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:7944
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2023/0309
Aflevering
9 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5590
bwbr0002320&artikel=26,bwbr0002320&artikel=26,bwbr0005537&artikel=8:1,bwbr0005537&artikel=8:1,bwbr0005537&artikel=8:73,bwbr0005537&artikel=8:73,bwbr0005537&artikel=8:88,bwbr0005537&artikel=8:88,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina