Direct naar content gaan

Samenvatting

Dit besluit is ingetrokken in het besluit van 5 december 2008, CPP2008/2610M, Stcrt. 2008, 248 van 22 december 2008.

Herhaaldelijk bereiken de staatssecretaris verzoeken een overzicht te doen verstrekken van in andere landen geheven belastingen naar de winst onder vermelding van de van kracht zijnde objectieve en subjectieve vrijstellingen met het oog op de toepassing van het BvdB 1989 en de zogenoemde deelnemingsvrijstelling. Mede gelet op de praktische betekenis en de noodzaak tot voortdurende aanpassing van een dergelijk overzicht, zou de samenstelling daarvan naar de mening van de staatssecretaris evenwel te ver voeren.
Hij is overigens van oordeel dat een redelijke verdeling van de bewijslast meebrengt dat een belastingplichtige die recht meent te hebben op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting of op een vrijstelling, aantoont of aanmerkelijk maakt dat aan de daarvoor geldende voorwaarden is voldaan.
Voorts wijst de staatssecretaris erop, dat indien bij de Inspecteur, nadat deze zich zo volledig mogelijk heeft laten documenteren door de belanghebbende, twijfel blijft bestaan aangaande het karakter van de in het buitenland geheven belasting, terwijl de onderworpenheid in het desbetreffende geval aannemelijk is geworden, hij zich onder inzending van de verzamelde documentatie kan wenden tot de Directie Internationale Fiscale Zaken van dit ministerie.
Verder maakt de staatssecretaris van deze gelegenheid gebruik nog een een aantal mededelingen te doen. Dit besluit is met ingang van 14 augustus 1995 in werking getreden. Het besluit van 23 februari 1993, DB93/84, is met ingang van deze datum komen te vervallen.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
14 augustus 1995 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
14 augustus 1995
Rolnummer
IFZ91/330
bwbr0002672&artikel=13

Naar de bovenkant van de pagina