Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Woningcorporatie X (belanghebbende) was aan het begin van het jaar 2014 eigenaar van in de gemeente Loppersum gelegen woningen.

De Heffingsambtenaar heeft aan X voor dat jaar aanslagen rioolheffing opgelegd voor een bedrag van in totaal € 208.386 op grond van de Verordening op de heffing en invordering van een rioolheffing in de gemeente Loppersum 2014 (hierna: de Verordening).

De Verordening voorziet, voor zover hier van belang, in een vrijstelling van rioolheffing voor kerken.

Voor Hof Arnhem-Leeuwarden was onder meer in geschil of de Verordening in strijd is met het gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijke (lagere) wetgeving doordat kerken op grond van de Verordening zijn vrijgesteld van rioolheffing.

Het Hof heeft overwogen dat niet in geschil is dat zowel kerken als de door X beheerde woningen direct of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering en dat in zoverre sprake is van gelijke gevallen. De door de Heffingsambtenaar gestelde rechtvaardiging van de ongelijke behandeling van de gelijke gevallen, te weten de omstandigheid dat kerken openbaar toegankelijk zijn en het algemeen belang dienen, vormt volgens het Hof een objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond voor het verschil in behandeling. Het gelijkheidsbeginsel in de zin van artikel 1 GW en als beginsel van behoorlijke (lagere) wetgeving is niet geschonden, aldus het Hof.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof.

Voor onverbindendverklaring van een regeling inzake de rioolheffing is slechts plaats indien deze in strijd is met de wet of met enig algemeen rechtsbeginsel zoals het gelijkheidsbeginsel. Het oordeel van het Hof dat de omstandigheid dat kerkgebouwen waarvoor de vrijstelling geldt openbaar toegankelijk zijn en het gebruik ervan het algemeen belang dient, een objectieve en redelijke rechtvaardiging is voor de ongelijke behandeling, is niet onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd.

Het cassatieberoep van X wordt ongegrond verklaard.

Anders, Conclusie A-G IJzerman (NLF 2021/0743, met noot van Monsma).

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
HR
Datum instantie
5 augustus 2021
Rolnummer
20/01559
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1188
Auteur(s)
drs. O.M. Menger
Fiscaliade
NLF-nummer
NLF 2021/1612
Aflevering
19 augustus 2021
Judoreg
NFB4503
bwbr0005416&artikel=228a,bwbr0005416&artikel=228a

Naar de bovenkant van de pagina