Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft de Franse nationaliteit. Op 1 januari 2008 is zij vanuit Frankrijk naar Nederland verhuisd. Op 31 december 2017 is X weer geëmigreerd naar Frankrijk.

X maakte tot en met 31 december 2017 gebruik van de 30%-regeling. Voorts heeft X gedurende haar verblijf in Nederland zonder onderbreking gebruikgemaakt van de keuzemogelijkheid van artikel 2.6 Wet IB 2001 voor toepassing van de regeling van de partieel buitenlandse belastingplicht.

X bezat vanaf 4 februari 2015 een aanmerkelijk belang (ab) in een in Nederland gevestigde vennootschap. De Inspecteur heeft aan X een conserverende aanslag over het jaar 2017 opgelegd berekend naar een te conserveren inkomen uit aanmerkelijk belang van € 4.628.285 (€ 4.630.894 -/- € 2.609).

In hoger beroep is in geschil of de conserverende aanslag terecht is opgelegd op de grond dat de emigratie van X leidt tot een fictieve vervreemding van het aanmerkelijk belang in de zin van artikel 4.16, lid 1, aanhef en onderdeel h, Wet IB 2001.

Hof Amsterdam leidt uit jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 12 oktober 2007, 43.110, ECLI:NL:HR:2007:BA6415 en HR 15 november 2024, 23/02383, ECLI:NL:HR:2024:1658) af dat een belastingplichtige die voor de heffing over box 2 kiest voor toepassing van de regels voor buitenlands belastingplichtigen, ter zake van de box 2-heffing in alle opzichten als buitenlands belastingplichtige dient te worden beschouwd. Hierin ligt besloten dat in het onderhavige geval X niet met een conserverende aanslag vanwege haar emigratie geconfronteerd kan worden, aangezien dat onverenigbaar is met het belasten van X als ware zij buitenlands belastingplichtige. Indien de wetgever of de besluitgever anders zou hebben beoogd, had het uit het oogpunt van rechtszekerheid ook in de rede gelegen dat dit uitdrukkelijk in de Wet IB 2001 of in het Uitv.besl. IB 2001 was bepaald.

Het hoger beroep van de Inspecteur is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
7 januari 2025
Rolnummer
24/164
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2025:101
Auteur(s)
N.F.M. van Mol MSc
Belastingdienst / Ministerie van Financiën
NLF-nummer
NLF 2025/0582
Aflevering
18 maart 2025
Judoregnummer
JCDI:NFB6840
bwbr0011353&artikel=4.16,bwbr0011353&artikel=4.16

Naar de bovenkant van de pagina