Samenvatting
De staatssecretaris heeft Kamervragen beantwoord over het bericht ‘Fiscus int € 110 miljoen na doorprikken “dubbele verhuizing” vermogende Nederlanders’ (FD 6 februari 2025).
Onder andere is gevraagd om nadere informatie te verstrekken over de zogenoemde drielandenpuntconstructies.
In het FD is mede naar aanleiding van een eerder verzoek tot openbaarmaking van stukken van de Belastingdienst in het kader van de Woo een artikel gepubliceerd over de genoemde constructies. Deze stukken zijn gepubliceerd bij Woo-besluit van 16 april 2024.
Het artikel beschrijft hoe tientallen vermogende Nederlanders zijn verhuisd naar Zwitserland of België, waarbij hun vennootschap naar Malta of Luxemburg is verhuisd.
De staatssecretaris geeft in zijn antwoorden aan dat de Belastingdienst vanaf 2015 vennootschappen in onderzoek genomen heeft waarbij een aanmerkelijkbelanghouder zich laat uitschrijven uit de gemeentelijke basisadministratie. De naar Nederlands recht opgerichte vennootschap waarin de aandeelhouder een aanmerkelijk belang heeft, wordt hierbij tevens verplaatst naar een ander land. Dit alles wordt gedaan met als doel de Nederlandse belastingheffing over de winstreserves (dividendbelasting en inkomstenbelasting in box 2) en de jaarlijkse winst (vennootschapsbelasting) te ontwijken.
De genoemde belastingconstructies worden door de Belastingdienst, voor zover mogelijk, effectief bestreden. Dit blijkt ook uit het feit dat de Belastingdienst in de (hoger)beroepsprocedures waarin sprake is van een drielandenpuntconstructie, in het gelijk wordt gesteld.
Bij het antwoord op de vragen welke beleidswijzigingen er mogelijk zijn om de Belastingdienst meer ruimte te bieden bij het bestrijden van belastingconstructies, wordt ingegaan op de informatiepositie van de Belastingdienst bij de bestrijding van onwenselijke structuren. Het verkrijgen van inlichtingen en informatie kost in internationale verhoudingen veel tijd. Daarbij vinden op dit moment diverse onderzoeken en evaluaties plaats ten aanzien van de emigratie van belastingplichtigen en de zogenoemde informatiebeschikking.