Opvragen persoonsgegevens slachtoffers toeslagenschandaal

Samenvatting

De minister van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering geven antwoord op vragen over het bericht dat er buitensporig vaak inzage in de persoonsgegevens van slachtoffers van het toeslagenschandaal heeft plaatsgevonden. De antwoorden komen in de kern op het volgende neer:

Uit onderzoek van PwC blijkt dat er ten tijde van het bestaan van de FSV van 2014 tot begin 2020 geen grootschalige (bulk of export) informatieverstrekking uit of over de FSV heeft plaatsgevonden aan andere overheidsorganisaties.

Behoudens een artikel van FTM (‘De politie vraagt opvallend vaak gegevens op van toeslagenouders, maar kan niet zeggen waarom’), zijn er geen signalen bekend over grootschalige gegevensbevraging door andere organisaties. Daarbij is van belang dat niet in zijn algemeenheid kan worden gezegd wanneer er sprake is van grootschalige gegevensbevraging; dat hangt af van de taak en de doelgroep van de gebruiker van de BRP.

Bij de politie is niet bekend of iemand gedupeerde is van de toeslagenaffaire. Er kunnen verschillende aanleidingen zijn voor BRP-bevragingen. Deze aanleidingen worden in de beantwoording beschreven. Het gaat dan om gegevensuitwisseling tussen de Belastingdienst en de politie, onder andere over openstaande schulden, op basis waarvan de politie controles kan uitvoeren.